Actueel
Boer Bos
Is Bush een wereldleider?
Boer
Bos was altijd al de machtigste boer geweest. Ook veel andere boeren waren zeer
welvarend. Andere boeren deden of ze welvarend waren, maar konden toch niet aan
de eersten tippen. Boer Poet was er zo een. En dan waren er nog de armoedige
keuterboertjes die ploeterden om te kunnen voortbestaan.
Boer Poet en boer Bos konden het heel lang niet goed met elkaar vinden. Sommige
boeren waren bevriend met Poet. Andere boeren konden goed overweg met boer Bos,
ze dachten over veel zaken hetzelfde en deden op dezelfde manier hun werk. Boer
Bos werkte nauw met hen samen. Ze waren vrienden. Ook boer Poet had, zoals
gezegd, vrienden. De vrienden rond Poet en de vrienden rond Bos stonden altijd
op gespannen voet met elkaar.
Verandering kwam toen boer Poet geleidelijk overging naar ideeën en werkwijzen
die meer pasten bij die van Bos en zijn vrienden. Ook de vrienden van Poet
veranderden. Vaak nog sneller dan Poet zelf. Zo ontstonden nieuwe
vriendschappen. De bedreiging van Poet en zijn oude vrienden verdween voor Bos.
Aanvankelijk leek dat positieve effecten te hebben. Naarmate de vijandschap
afnam werden allerlei afspraken gemaakt die erop waren gericht te zorgen dat
alle boeren het beter zouden krijgen. Alles zou veiliger, welvarender, schoner
en mooier worden.
Toen ontdekte boer Bos dat, nu zijn grote vijanden er niet langer waren, hij
niets meer te vrezen had. Waarom, zo dacht hij, moet ik zorgen voor anderen? Als
ik mijn geld en arbeid ten eigen nutte aanwend, wie zou mij dwars zitten?
Niemand toch? Het gaat om mijn eigen zaken en de rest kan de pot op. Boer Bos
meldde dat allerlei oude afspraken niet meer golden.
Alle andere boeren zagen dat met lede ogen aan. Hoe kon boer Bos dat nou doen?
Dacht hij alleen op deze wereld te zijn?
Toen, op een dag, brandde er een schuur af bij boer Bos. De dader was snel
bekend. Die dader was niet direct gelieerd aan een van de andere boeren. Een
armlastige, eenkennige en gesloten boer gaf de dader onderdak en wilde hem niet
uitleveren aan boer Bos. Toen die boer de dader niet wilde uitleveren kwam boer
Bos met zijn mensen en jaagde de andere boer van zijn boerderij.
De overige boeren konden het daar, soms in meerdere, soms in mindere mate, wel
mee eens zijn. Boer Bos mocht zijn gang gaan en een aantal boeren hielp hem
daarbij actief.
Maar boer Bos ging verder. Hij stelde dat een bepaalde boer, boer Hoes, het met
de dader van de brand goed kon vinden en daarom gevaarlijk was. Er waren wel
boeren die boer Hoes ook een gevaarlijke boer vonden, maar hij deed al jaren
niemand buiten zijn eigen erf kwaad, ze zagen geen reden om in te grijpen. Een
boer is heer en meester over eigen grond, nietwaar? Verder had boer Hoes veel
familie die naar dezelfde kerk als hij ging. Die familie keek wel altijd met een
scheef oog naar boer Hoes omdat hij gevaarlijk was, maar het bleef familie en op
dit moment deed hij geen gekke dingen tegen andere boeren.
Nu riep boer Bos dat boer Hoes ook van zijn boerderij verjaagd moest worden.
Veel van zijn oude vrienden maanden Bos tot kalmte en wilden hem op de mogelijke
gevolgen wijzen. Om een boer van zijn boerderij te jagen had je wel hele goede
redenen nodig. Er vielen altijd gewonden bij en doden. Vele knechten en meiden
konden sterven. Zij en hun kinderen sliepen op de boerderij.
Hoeveel leed zou dit gaan kosten? En wat werd er dan bereikt. Eén boer
verjaagd, waarvan niet vaststond dat hij voor andere boeren bedreigend was. Hoe
zou zijn familie dit opvatten?
Boer Bos reageerde minachtend, hij stelde dat zijn oude vrienden niet meer
belangrijk voor hem waren als ze niet mee wilden doen aan het verjagen van boer
Hoes. Hij moest en zou boer Hoes verjagen. Op laatst gebruikte hij zelfs het
argument dat hij het deed voor de meiden en knechten van boer Hoes. Altijd mooi
natuurlijk om op te komen voor de geknechten, maar lagen die nu niet juist in de
vuurlinie door boer Hoes te verjagen?
En,
hoe moest het verder gaan met de boerderij van boer Hoes wanneer Hoes zelf zou
zijn verdreven?
Amerika´s macht, een inleiding
De Verenigde Staten zijn oppermachtig.
Amerika is anno 2003 het machtigste land ter wereld. Niemand die daar aan
twijfelt. Als het er om spant dan kan Amerika op eigen kracht doen wat het wil.
Zelfs aan vrienden en bondgenoten laat Amerika dat steeds vaker fijntjes weten.
Zelfs de Navo is irrelevant geworden, zo wordt al geopperd.
Bush en de VS staan voor eigenbelang op korte termijn. Daar moet de wereld zich
naar schikken. De VS stelt zich steeds meer buiten de wereldgemeenschap. Zij
vervreemdt zich van haar bondgenoten. Zij wordt intens gehaat door haar
vijanden.
De VS is machtig. En toch kan de VS worden geraakt. Natuurlijk, iedereen kan
worden geraakt. Maar ook de VS, en op eigen bodem nog wel. De VS heeft zich zo
gehaat gemaakt dat ze tot doel werd gekozen. Met 11 september 2001 als droevigst
resultaat.
Pas toen ik de beelden op de televisie zag
kon ik geloven wat er was gebeurd. Bevatten was veel moeilijker. Tot diep in de
nacht volgde ik de beelden. Zappend tussen alle zenders. Op de verjaardag van
mijn oudste dochter nota bene. De mensen in de vensters, springende mensen.
Mensen opgesloten in een toren. Elke vlucht uitgesloten.
Mensen kunnen dat elkaar aandoen. Veel meer
mensen kunnen dat niet begrijpen en veroordelen zo´n misdaad zonder enig
voorbehoud. Mensen over de hele wereld hadden compassie met de slachtoffers, met
New York, met Washington, met de VS.
Bush vroeg de wereld hem te steunen in zijn strijd tegen terrorisme. De wereld
steunde hem in hoge mate. Met angst in het hart soms. De VS vroegen steun zonder
voorbehoud. De VS vroeg volgzaamheid. De VS dulden geen kritiek. Wie niet voor
ons is, is tegen ons. En de wereld ging mee. Amerika is oppermachtig. Wie kan
dan weigeren?
De wijze waarop Amerika steun verwierf wierp spanningen op.
Ook met vrienden kan je meningsverschillen hebben, toch? Misschien wel juist met
vrienden. Bush en consorten accepteren dat niet. Wie kritisch is wordt
verketterd. De Amerikaanse media doen mee. De Amerikanen baden zich in een orgie
van patriottisme. Kritiekloos patriottisme.
Doof en blind. Oppermachtig. Bij haar vijanden roept Amerika nieuwe haat op. Bij
haar vrienden bevreemding en vaak afkeer. Weerzin tegen de volstrekt kritiekloze
volgzaamheid van het Amerikaanse volk jegens de leiders.
Amerika lijkt ook haar principes opzij te
zetten ten faveure van het eigen belang. De VS staat voor volstrekt economisch
liberalisme. Voor het recht van de sterkste. Maar, als het slecht gaat met de
staalsector in de VS dan worden er muren opgetrokken tegen staal van buiten.
Muren in de vorm van importheffingen. Principes zijn heilig tot ze tegen het
eigenbelang op korte termijn ingaan. Dan zet je ze even gemakkelijk opzij.
Bush verwacht alles van de wereld. Maar de
wereld hoeft niets van hem te verwachten.
Leiderschapsschaal
Europa (en dat geldt ook voor grote delen
van de rest van de wereld) worstelt met haar houding tegenover de Verenigde
Staten. Er is angst, afgunst, weerzin, maar ook bewondering. Er is enerzijds
afhankelijkheid en er is anderzijds de hang naar eigen autonomie. Dit artikel
gaat daar verder niet over. In dit artikel wordt George Bush jr. op de
leiderschapsschaal gelegd en gewogen.
Achtereenvolgens wordt het leiderschap van
Bush beschouwd vanuit de vijf leiderschapseigenschappen[i].
Enthousiasmerend vermogen, coalitie tegen terrorisme
De coalitie tegen het terrorisme kwam tot
stand door een overeenkomst in gevoelens. De wereldleiders voelden allemaal dat
op 11 september 2001 een grens werd overschreden die nooit overschreden had
mogen worden. Dat schreeuwde om actie. Die schreeuw was er bij de VS en tal van
andere landen. De coalitie tegen het terrorisme kwam er op basis van die
overeenstemming van gevoelens. Zo startte het. Later werd dat anders, met name
toen Irak moest worden aangevallen.
Bush heeft op basis van de macht van de VS
zijn steun voor de aanval op Irak verworven. Macht doet anderen slikken. Zij
willen zich niet ook de haat van de machtigste staat ter wereld op de hals
halen. Ze stemmen in uit angst, niet uit overtuiging.
Maar angst wekt woede. Toegeven aan angst wekt schaamte. Opgelegde schaamte is
vernederend. Vernederingen en woede voeden een verlangen tot weerstand. Het
verlangen tot weerstand roept wraakzucht en haat op. En dus ook terrorisme. De
huidige Amerikaanse acties zijn dus een krachtige voedingsbodem voor nieuw
terrorisme. Dat mag toch eigenlijk niet het resultaat zijn.
Het enthousiasmerend vermogen van de
Amerikanen jegens de rest van de wereld is nihil. Er is geen sprake van een
lonkend perspectief voor allen. Het perspectief is gericht op de wens van de
Amerikanen. De wereld wordt bedwongen met macht. Amerika is heer en meester.
Het enthousiasme van de Amerikanen wordt ingegeven door de dadendrang, de
strijdlust, de oorlogen tegen het kwaad. De Amerikanen geloven daarin en krijgen
wat ze willen. De president heeft een doel gevonden en een missie[ii].
Er wordt wel gezegd dat Bush zich als echte leider heeft ontpopt na 11
september. Hij heeft zijn missie gevonden, wordt gezegd.
De werkelijkheid is dat miljoenen Amerikanen op 11 september met verbijstering
en woede naar de televisie keken. Die woede smeekte om daden.
Bush was onzichtbaar tot hij daden begon aan te kondigen.
Elke deejay kan op enthousiasme rekenen als
hij de platen draait die het publiek waardeert.
De voorgenomen daden die Bush aankondigde
kwamen tegemoet aan de wraaklustige verwachtingen van de Amerikanen. De
president ging doen, zo zei hij, waar het volk om smeekte.
Er was sprake van overeenkomstige gevoelens, verlangens en wraakzucht tussen
volk en president.
Het enthousiasme is niet gecreëerd door
Bush, maar ingegeven door de omstandigheden. Bush heeft geen bijzondere
vaardigheden ingezet om zijn volk achter zich te krijgen. Buiten Amerika is hij
er nog veel minder in geslaagd mensen achter zich te krijgen.
Sociale vaardigheden, vriendschap verloren
Stel je bent al jaren bevriend met iemand.
Jouw andere vrienden waren ook met hem bevriend. Samen was je sterk. Je deed
alles samen. Als één van jullie bedreigd werd dan sprongen de anderen
onmiddellijk bij. Jullie hadden samen één vijand, iemand die jullie niet
mocht, met wie jullie niet door één deur konden. Als hij in de buurt kwam
vormde jij met jouw vrienden altijd een front.
Dan treedt bij jullie vijand een wijziging in het denken op. Hij wordt
bijvoorbeeld volwassen. Zijn karakter veranderd. Hij houdt op een vijand te
zijn. Jullie hebben niets meer van hem te duchten. Hij ontpopt zichzelf als een
partner waarmee te praten valt.
Tot jullie ontsteltenis keert jullie vroegere vriend zich nu min of meer van
jullie af. Hij noemt tot jullie stomme verbazing de vriendschap en het verbond
dat jullie samen hadden “irrelevant”. Hij praat niet meer tegen jullie of
het is in bevelsvorm. Het irriteert hem als daar een weerwoord op komt. Het
lijkt alsof hij is gaan denken dat ieder die hem weerspreekt tegen hem is. De
oude vrienden begrijpen er niets meer van. Hun oude bondgenoot dreigt dingen te
gaan doen, waarvan zij zien dat dit bij anderen grote weerzin, haat en
vijandschap op zal roepen. De oude bondgenoot ziet het niet. Hij is overtuigd
van zijn gelijk. Iedereen die het niet met hem eens is bestempelt hij,
afhankelijk van het onderwerp, als laf, irrelevant, naïef of gevaarlijk.
De oude vriend kijkt om zich heen in zijn wereld, ziet de dingen op zijn eigen
beperkte manier en denkt te weten wat hij moet doen, wat goed voor hem is. Hij
lijkt daarbij volledig te worden verblind door zijn eigen macht. Hij neemt geen
verantwoordelijkheid voor de gevolgen van zijn daden. Wie niet voor hem is is
tegen hem en die zal hij klein krijgen. Hij is intussen zo sterk geworden dat
hij iedereen klein kan krijgen en hij zal dat laten merken ook. Wat hij niet
ziet (of wil zien) is dat zij die tegen hem zijn grotendeels tegen hem zijn
omdat hij hen jarenlang heeft genegeerd en gekleineerd. Zijn volledige
desinteresse voor hen en zijn gebrek aan respect, zijn veronachtzaming van de
autonomie van anderen heeft hem gehaat gemaakt. En zij die hem haten worden
opnieuw genegeerd en gekleineerd. Hij zaait haat waar hij juist zegt te vechten
voor zijn eigen veiligheid. Zijn vrienden vrezen dat hij op een dag het
slachtoffer zal worden van de nieuwe haat die hij zaait.
Wat de oude vrienden niet kunnen begrijpen is waarom ook zij worden gekleineerd
en geschoffeerd. Waarom roept hun oude vriend dat ze achterlopen, dat ze laf
zijn of dat ze oude denkbeelden hanteren op momenten dat zij welgemeend hun
eigen mening geven. Waarom gunt hij hen die onafhankelijkheid niet? Waarom
handelt hij zo respectloos?
Waarom worden de vrienden geacht precies te handelen naar de nukken van hun oude
vriend, terwijl ze niet mee mogen praten en denken over de te volgen weg? Waarom
mogen ze hem niet waarschuwen voor de destructiviteit van zijn weg?
Wij leven in een tijdsgewricht waarin
Amerika meent dat het zonder vrienden kan. Vrienden zijn niet slechts zij die
toevallig op dit moment dezelfde ideeën hebben, of belang hebben bij dezelfde
handelingen. Vriendschap kenmerkt zich ook door een open verhouding, waarin
ruimte is voor tegenweer. Een verhouding waarin je op zijn minst de bereidheid
toont een dialoog te voeren en na te denken over de ideeën van elkaar.
Bush gedraagt zich niet sociaal vaardig.
Overtuigingskracht, Amerikaanse dooddoeners
De Amerikanen roepen graag dingen over het
oude Europa en, als ze dingen doen waar Europeanen niet achterstaan, dan reppen
ze van een nieuwe wereld, een andere realiteit, die in Europa nog niet begrepen
wordt.
Maar, wat niet begrepen wordt kan normaal gesproken worden uitgelegd. Daartoe
ondernemen de Amerikanen geen enkele poging. Roepen dat een ander jou niet
begrijpt, zonder de andere überhaupt te willen overtuigen kan niet anders
worden uitgelegd dan als een dooddoener.
Tegenargumenten worden genegeerd, maar zeker niet weerlegd. Wie niet de
doctrines van de Verenigde Staten aanvaardt, die kan rekenen op dreigementen.
Zij die zich verbaal verweren tegen het redeloos (reden-loos) woordengeweld van
de VS voelen zich daardoor steeds machtelozer. Tegen een vriend (of opponent)
die niet wil luisteren en die niet bereid is tot een toelichting van zijn
standpunten, valt niet te redeneren. De VS proberen blijkbaar iedereen monddood
te maken. Dat lukt niet. Wat kennelijk wel lukt is verwarring zaaien en angst
niet door grote broer voor vol te worden aangezien. Een tactiek die op de korte
termijn werkt. Maar, probeer het bij uw eigen vrienden, na verloop van tijd
zullen zij u mijden als de pest. U drijft hen in elkanders armen waar ze eerst
zullen uithuilen, maar vervolgens nieuwe kracht uit zullen putten.
Bush geeft er geen blijk van over veel
overtuigingskracht te beschikken.
Analytisch vermogen, onvoorziene gevolgen?
Toen de Talibaan waren verslagen en Osama
Bin Laden van de aardbodem verdwenen leek zocht Bush nieuwe vijanden om zich op
te richten. De Amerikanen juichten nog. Hun zucht naar bloed was nog lang niet
bevredigd. De denkbeeldige “as van het kwaad” werd daar licht als realiteit
aanvaard. De VS wilden die achterlijke rest van de wereld nog een poepie laten
ruiken. Wie naar ons wijst, die zal verdelgd worden! Wees gewaarschuwd
kakkerlakken die geen Amerikanen zijdt!
Maar andere wereldleiders aarzelden al. De relatie tussen nieuwe acties en de
daden van 11 september waren heel vaag. Wat zouden de gevolgen zijn van Amerika´s
handelen? Was de kuur niet erger dan de kwaal?
Bush leek slechts het middel van de gezamenlijke vijand te kunnen hanteren om
zijn “leiderschap” te blijven legitimeren. In de ogen van zijn volk heeft
hij die legitimiteit nog. Voor de rest van de wereld brokkelt die af. Het
bestrijden van de vijand Terrorisme lijkt steeds minder verenigbaar met het
aanvallen van staten. Terrorisme is veel minder grijpbaar. De focus op staten
die wellicht terrorisme steunen leidt af van de daadwerkelijke eliminatie van
het terrorisme.
Voormalige terreurgroepen houden doorgaans op te bestaan als de scherpe kanten
van conflicten verdwijnen, als terroristen een echte vijand ontberen.
Terroristen ontberen die waar onvrede en haat afnemen. Onvrede en haat nemen
doorgaans af als verschillen verkleinen. Verschillen verkleinen als mensen in
gesprek raken en elkaar en hun diepere drijfveren, normen en waarden leren
kennen en als het economisch beter gaat.
Bush levert allerlei potentiële terroristen
haat en daarmee de ideale voedingsbodem voor terrorisme. Bush kiest voor
handelingen op basis van zijn analyses. De gevolgen kunnen ernstiger zijn voor
Amerika dan de gevolgen van niet-handelen. Amerika houdt weinig rekening met
ongewenste gevolgen. De analyses lijken op zijn minst incompleet.
Materiedeskundigheid, de erkenning als leider
Bush werd eind 2001 plotseling erkend als
“groot” leider. Alle Amerikanen schaarden zich achter hem. Toch gedroeg hij
zich niet heel anders dan voor 11 september 2001. Het grote verschil werd
gevormd door de acties die hij ondernam als reactie op de terreuraanslagen in
New York. Hij kwam tegemoet aan de wraakgevoelens en de woede van de Amerikanen.
Er moest iets gebeuren en wel iets heel grijpbaars en directs. Die wens heeft
hij beantwoord. Hij is een oorlog gestart tegen de Talibaan in Afghanistan. De
vraag naar bewijzen werd in het openbaar niet beantwoord. Die vraag was zelfs in
bepaalde opzichten “not done”. Alle kwaad werd geprojecteerd op Osama Bin
Laden en als afgeleide daarvan op de Talibaan omdat zij Bin Laden als gast
accepteerden in het door hen gecontroleerde gebied[iii].
Elke getuigenis à decharge werd genegeerd. Natuurlijk waren er wel bewijzen
tegen Bin Laden. Natuurlijk vormden de Talibaan een dictatoriaal en verwerpelijk
regime. Maar als we vechten vanuit rechtvaardigheid en de waarden en normen van
een rechtstaat dan is het niet meer dan normaal dat in het openbaar de vraag
naar de legitimiteit van de acties wordt gesteld. En het is ook normaal dat deze
wordt beantwoord. De pers en het parlement hebben hierin een eigen
verantwoordelijkheid, zij moeten kritisch volgen wat de leiders doen. Oorlog
voeren behoeft een zeer sterke motivering. Oorlog mag niet worden gevoerd vanuit
primitieve wraakzucht, maar hooguit en alleen vanuit positief gestelde doelen.
Die waren er na 11 september 2001 wel, maar hadden dan ook geformuleerd moeten
worden. Dat deze niet geformuleerd mochten worden is zeer bedenkelijk. Waar
vechten we voor, waar vechten we tegen als we de meest fundamentele waarden van
het Westen niet mogen hanteren om de doelen van zo’n oorlog te bevragen.
Spiegelen we het voorgaande aan het begrip
materiedeskundigheid dan volgt voor Bush een zwakke beoordeling. Zaken die
politiek als materiedeskundigheid kunnen worden gezien is het vermogen de
omgeving te scannen, maar ook het vermogen een lonkend perspectief, een
toekomstvisie neer te zetten.
Bush en Amerika werden overvallen door 11 september 2001. Amerika is en was in
zichzelf gekeerd. Focus op eigen belangen en waarden, de hang naar amusement.
Totaal onbegrip voor andere waarden en normen. Amerikanen scannen hun
internationale omgeving nauwelijks. De kijk- en luistercijfers dicteren de
samenstelling van het media-aanbod. Buitenland is een ver-van-mijn-bed.
Buitenland scoort niet. Amerikanen kennen hun buitenland niet en interesseren
zich er niet voor. In de Amerikaanse politiek is de aandacht op Amerika zelf
gericht. Dat Amerika zelf belang heeft bij wat er buiten haar landsgrenzen
gebeurt begrijpen weinig Amerikanen. Bush is een zoon van dit Amerika.
Amerika is ook niet in staat boven de materie te staan. Ken je de materie niet,
dan kan je er ook niet bovenstaan. Amerika vertegenwoordigt dan ook,
internationaal gezien geen visie die als hoger dan andere wordt gezien. Hoezeer
Amerikanen ook mogen denken dat hun normen en waarden en hun manier van leven
dat hogere vertegenwoordigt.
Amerika zet alleen voor eigen parochie een lonkend perspectief neer, namelijk
een wereld waarin Amerikaanse waarden en normen wereldwijd zijn geaccepteerd en
worden beleden. Het beeld dat van die waarden en normen wordt gegeven is zo
Amerikaans en zo karikaturaal dat hier voor de rest van de wereld geen positieve
aantrekkingskracht van uitgaat.
De politieke component, de
materiedeskundigheid van de politicus, richt zich bij Bush dus zuiver op de
eigen achterban[iv].
Het leiderschap is vanuit dit perspectief gezien volledig intern gericht.
Slotakkoorden
Is Bush een leider? Ja, hij heeft een
leiderschapspositie. Ja, hij heeft macht. Ja, de Amerikanen achten zijn handelen
legitiem.
Is Bush een groot leider? Hij is een belangwekkend leider. Hij is president op
een cruciaal moment in de geschiedenis. Maar hij volgt de weg van de volkswil.
Hij hoeft in eigen land nauwelijks iets te bevechten. Waar hij internationaal
zijn doelen wil verwezenlijken kiest hij voor de weg van de macht. Het handelen
van Amerika neemt daarbij machiavellistische trekken aan. Steun doet ertoe, dus
steun wordt internationaal gezocht. Waar steun uitblijft wordt de opponent
irrelevant verklaard. Alleen de steun van de steuners doet ertoe. Een tamelijk
verstoorde, zo niet gestoorde, omgang met de werkelijkheid lijkt mij. Alleen
iemand met heel veel macht kan zich zoiets permitteren, een ander niet. Drijven
op macht is een teken dat leiderschap ontbreekt.
Beschikt Bush over leiderschapsvaardigheden? Ja, hij weet dat zijn volk
enthousiast achter hem staat. Zijn soldaten trekken gemotiveerd ten strijde. De
Amerikanen hoeven niet overtuigd te worden, zij nemen genoegen met de blik op de
wereld zoals verwoord door de regering. Zij storten zich in grote onzekerheden
op basis van gebrekkige analyses en nemen genoegen met het ontbreken van
bewijzen die specifieke acties zouden moeten legitimeren.
Is Bush een internationaal geziene leider? Nee. Velen zijn met hem, omdat niet
met hem zijn schadelijk voor henzelf is. Veel zijn niet met hem omdat ze zijn
denkbeelden niet delen.
Bush ontbeert internationaal sociale
vaardigheden, enthousiasmerend vermogen en overtuigingskracht.
De analyses van de Amerikaanse regering worden nauwelijks aanvaard buiten de
grenzen van Amerika. En de Amerikaanse platte visie op de wereld als spiegel van
de Amerikaanse werkelijkheid wordt verafschuwd of op zijn minst sterk
genuanceerd.
Ja, Bush is een leider. Internationaal
gezien is hij zeker geen grote leider. Tot op heden gebeurt wat hij wil. Want,
wie in Amerika wil anders, en, wie buiten Amerika kan anders?
Maar, er is een groter Amerikaans president
als wereldleider denkbaar. Dat zeker.
Een grote wereldleider zou streven naar
doelvervlechting tussen de Amerikaanse visie en visies in de rest van de wereld.
Een wereldleider brengt respect op voor verschillen en voor andere belangen. Een
wereldleider weet dat op de lange termijn iedereen, ook hijzelf en zijn eigen
land, het meest gebaat is bij het respecteren van de belangen van anderen.
Een groot leider gaat moeilijke zaken niet uit de weg. Een Amerikaanse grote
leider gaat in Amerika uiteenzetten en uitleggen wat in datzelfde Amerika niet
bekend is, onbemind. Amerika weet niet wat er speelt in de rest van de wereld.
Een leider zorgt dat daar wèl een beeld van is, hij brengt de
ver-van-mijn-bed-show dichtbij. Hij overtuigd zijn volk van het belang van het
niet direct zichtbare. Hij gaat internationaal. Ook al weet hij dat hij daarmee
zijn achterban niet het gemakkelijkst zoet zal houden.
Een groot leider weet wat hij wil, overtuigt
eenieder van zijn wil en laat anderen willen wat hij wil.
Bergschenhoek, mei
2003
[ii]
Hierbij dringt zich een vergelijking met Milosevic op. In Pristina hoorde
Milosevic van wandaden tegen Serviërs. Daar begon hij vervolgens vanaf het
balkon van het postkantoor over te praten. “Dit zou hij niet toelaten, dit
mocht geen Serviër meer overkomen”. Milosevic vond in Pristina zijn doel.
Het praten werd een vlammend betoog.
[iii]
Erger is dat al deze projecties overgaan op alles wat islamitisch is. In die
zin heeft het veel weg van de irrationele haat die in de geschiedenis zo
vaak op de joden is botgevierd. Ook op hen werd het kwaad geprojecteerd. Elk
gegeven werd zo gemanipuleerd (niet eens bewust) dat het tegen hen gebruikt
kon worden.
En de pogroms barstten los. Er moest een daad worden gesteld. Iemand moest
boeten. In die zin had de aanval op Afghanistan meer weg van een pogrom dan
van een kruistocht zoals Bush in het begin onhandig formuleerde.
Een kruistocht heeft in de ogen van degenen die hem uitvechten een
“positief” doel. Zij doen het voor hun geloof. Een pogrom heeft een
absoluut negatief lading. Een pogrom vindt plaats op basis van haat,
irrationele veroordelingen en wraakzucht.
[iv]
Alleen in Amerika zelf zijn stemmen te halen. Gezien de macht van de
Amerikaanse president is het voor de wereld heel gevaarlijk dat alleen
Amerikanen zelf hun president mogen kiezen. Maar ja, kom daar maar eens mee
aan …