Door te kijken naar bedrijven die beter presteren dan de anderen en alleen naar die bedrijven is het onmogelijk om uitspraken te doen over factoren die het presteren van bedrijven in positieve zin beïnvloeden. Toch is dit iets wat in heel veel boeken van zogenaamde managementgoeroes gebeurt. In “The Halo Effect” rekent Rosenzweig hier genadeloos mee af.
Het selecteren van bedrijven op basis van hun prestaties komt al neer op een fout. Want je selecteert dan al op een uitkomst. Daarmee kan je nooit een vergelijking maken met slecht presterende bedrijven. De factoren die je bij de goed presterende bedrijven als overeenkomstig identificeert, die zouden immers net zo goed bij slecht presterende bedrijven aanwezig kunnen zijn. Terwijl er bij die slecht presterende bedrijven uit diezelfde factoren geen successen voortvloeien. Waarmee de gedachte dat die overeenkomstige factoren bij goed presterende bedrijven tot succes leidt onhoudbaar wordt.
Rosenzweig stelt over “In Search of Excellence” van Peters en Waterman:
Peters and Waterman studied a sample made up entirely of outstanding companies. The scientific term for this is sample selection based on the dependent variable-that is, based on outcomes.
En:
The same applies to companies: By looking only at companies that perform well, we can never hope to show what makes them different from companies that perform less well. I call this the Delusion of Connecting the Winning Dots, because if all we compare are successful companies, we can connect the dots any way we want but will never get an accurate picture.
Het blijft een wonderlijk fenomeen dat dergelijke goeroes met hun anekdotische boeken die geen enkele wetenschappelijke toets kunnen doorstaan zo succesrijk zijn en zoveel invloed hebben.
Citaten uit “The Halo Effect”.
Boekbespreking “The Halo Effect”