Management is geen wetenschap. Het is een praktijk. Een praktijk in een beweeglijke onvoorspelbare of VUCA-wereld (VUCA = Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous). Wat managers weten, wat zij geleerd hebben, dat kan morgen achterhaald zijn. Een methodiek, een instrument dat gisteren waardevol was, kan morgen geen enkele waarde meer hebben. Van managers mag je verwachten dat ze zich flexibel opstellen ten opzichte van de dagelijkse werkelijkheid. Het is fijn als managers veel methodieken en instrumenten kennen, want dan hebben ze een goed gevulde gereedschapskist waar ze uit kunnen putten in hun dagelijkse werk.

Je mag ook hopen dat managers zich als vakman gedragen. Dat ze gereedschap hanteren dat bij een specifiek probleem in een specifieke situatie past en dat ze voor ander gereedschap kiezen zodra ze merken dat het eerder gepakte stuk gereedschap niet blijkt te werken.

Veel managementliteratuur wordt geschreven met een heel andere aanname. Namelijk dat we kunnen leren van een aantal goedlopende bedrijven of van een paar toppers onder de CEO’s. En ja, je zou van hen wat methodieken en instrumenten kunnen leren. De hier bedoelde literatuur wil je vaak doen geloven dat het toepassen van wat die ander of die andere organisatie deed nagevolgd moet worden en dat succes dan een vanzelfsprekende resultante zal zijn.

Maar, die grootse voorbeelden navolgen en hun ideeën, methodes en instrumenten blind toepassen in een andere omgeving, dat zou een erg slecht idee zijn.
Ook al suggereert de literatuur dat je de grote voorbeelden zou moeten navolgen kan je het maar beter niet doen. Wat elders heeft gewerkt, hoeft in jouw organisatie in jouw tijd en in jouw omgeving helemaal niet te werken. Sterker, de kans is niet zo groot dat dat het geval zou zijn.

Grote voorbeelden zijn overigens maar al te vaak niet zo groot gebleken als het in hun hoogtijdagen leek. Organisaties die uitstekend leken te functioneren bleken soms al enkele jaren nadat ze als geweldig waren beoordeeld al veel minder te presteren en sommigen bevonden zich in een vrije val.

Dus ook op het kiezen van grootse voorbeelden waarvan we willen leren kan nogal wat worden afgedongen.
En, nogmaals: zelfs als het gekozen lichtende voorbeeld inderdaad groots was en bleef, dan wil dat nog steeds niet zeggen dat dit voorbeeld altijd en overal zou moeten worden nagevolgd.

Any sample runs the risk of being unrepresentative of the whole. But even if it is perfectly balanced and representative, this perfection will only apply at that time – and the sample will lose validity as time passes. So you can do everything right, or at least as right as it can be done in one context, and still things go wrong because the context changes.

 

Citaten uit “The Hidden Half”.

Boekbespreking “The Hidden Half

The Hidden Half” bij bol.com