Naar analogie van de Darwinistische evolutieleer zien we dat organisaties met een sterke cultuur zeer succesvol kunnen zijn in bepaalde omstandigheden. Een andere analogie is dan evident: veranderen de omstandigheden dan krijgt de organisatie het heel moeilijk. Ook voor het overleven van organisaties geldt dan dat diversiteit de overlevingskans vergroot. Echter, in de natuur kunnen enkele vogeltjes voldoende zijn voor het voortbestaan van de soort, de rest sterft. In organisaties ligt dat anders.
Enkele afwijkende individuen zijn in een omvangrijke organisatie zelden in staat om het tij te doen keren. Zij zijn vaak de roependen in de woestijn. Zij ontberen de macht en de mogelijkheden om de koers van de mammoettanker te veranderen.
Wat kunnen we hieruit leren?
- Organisaties neigen naar vorming van een eigen cultuur;
- Sterke culturen maken een organisatie sterker;
- Sterke culturen vormen de achilleshiel van een organisatie in veranderende omstandigheden;
- Diversiteit is de sleutel tot overleving op langere termijn.
Een paradox
Bij de voorgaande conclusies is sprake van een paradox:
- Vermindering van diversiteit leidt tot succes op kortere termijn;
- Vermindering van diversiteit leidt tot falen op langere termijn.
In een zeer complexe voortdurend veranderende werkelijkheid kan een sterke cultuur dus al snel dodelijk worden.
Hoe moeten we hiermee omgaan?
In mijn eigen ogen liggen er niet veel mogelijkheden open. Een keuze kan zijn dat we dit verschijnsel aanvaarden. Organisaties kennen dan onontkoombaar een eigen levenscyclus. Bedrijven ontstaan, bloeien op en sterven af. Op zich een heel gezond uitgangspunt. “That´s life, ain´t it?!”
Een uitweg
Een andere uitweg dan liquidatie is het ontsnappen aan de paradox. De enige mogelijkheid die ik daarbij zie is het bevorderen van een cultuur van afwijken, van diversiteit, van heterogeniteit.
In dat geval moet je overigens aanvaarden dat de resultaten op kortere termijn wellicht slechter zijn. De cultuur is immers niet volledig gericht op één omgeving en omstandigheid. De winst ligt in de continuïteit.
Zo´n organisatie kent zeer veel waarde toe aan het individu met al zijn eigenaardigheden en eigenheden. Alle (ik zeg: alle) ideeën worden gekoesterd, geproefd en een groot aantal daarvan ook uitgeprobeerd.
Eigenlijk is de enige minder gewenste diversiteit die van de idea killers. Hoewel, ook die vormen een integraal onderdeel van vernieuwingsprocessen. Iemand moet immers de “dikke bomen” benoemen waarmee de juistheid van een idee wordt aangevochten. Door de dikke bomen te benomen weten de ideeënmakers immers weer welke hobbels zij (op creatieve wijze) nog moeten nemen om hun ideeën succesvol te maken.
Kaprun, 11 augustus 2002
Lees ook: Organisatiecultuur, een samenvatting en Organisatiecultuur en emotionele intelligentie.
Doe de Cultuurtest.
Nagekomen noot 7 mei 2010: in "Gebouwd voor de toekomst" constateren Jim Collins en Jerry Porras dat visionaire bedrijven veelal hun beste zetten doen door via trial en error te experimenteren, door opportunisme en soms ook gewoon per ongeluk. Zij merken daarbij op dat het levenswerk van Darwin nuttig is om de werking van visionaire bedrijven te beschrijven.