In zijn boek De veiligheidsutopie[i] geeft Hans Bouttelier aan dat de hedendaagse moraal neerkomt op een “alles mag”, tenzij het verboden is. De wet legt een ondergrens voor wat mag. Mensen eisen voor zichzelf een maximale vrijheid. Grenzen aan het gedrag van anderen zijn zeer beperkt. Ethisch (ver-)oordelen is niet in de mode[ii].
Een boek als Hoe wordt ik een rat van Joep Schrijvers[iii] had enkele decennia geleden nog op veel afwijzing en woede kunnen rekenen. In een klimaat waarin geen heersende moraal meer overblijft wordt het boek door recensenten doorgaans waardevrij benaderd[iv]. Is dat mogelijk, een dergelijk boek werkelijk waardevrij te benaderen. Is het zo dat wat mag en gebeurt daarmee ook automatisch gelegitimeerd is? Ik meen van niet.
In het kort zal ik de strekking van het boek weergeven. Daarna volgt mijn reactie.
Hoe word ik een rat?
De redeneerlijn in het boek gaat ongeveer zo: er zijn elementen in het bedrijfsleven die alle ethische normen aan hun laars lappen. Zij streven uitsluitend hun eigenbelang na en zijn daarin vaak succesvol. Zij pronken met weelde die ze anders nooit zouden hebben bereikt. Dus is de boodschap: “wordt als zij en gij zult delen in hun weelde.” Ethische en maatschappelijke bezwaren ziet Schrijvers niet, wel een andere keerzijde. Deze wordt door Schrijvers even aangeduid, namelijk: “Je moet niet bang zijn te verliezen”. Verder blijft dit aspect in het boek buiten beschouwing.
Het boek is opgezet als een brief. De lezer wordt allereerst welkom geheten in het riool waar hij auditie doet. Vervolgens wordt de lezer de arena ingeleid, langs de bronnen van macht gevoerd om daarna les te krijgen in streken en zetten. Dan volgt “Het grote spel”. Aan het eind wordt naar de traditie gesurfd. Het boek besluit met een merkwaardig, moeilijk te duiden epiloog waarin op een oude dame zeer gerationaliseerd euthanasie wordt gepleegd. Voor de daad wordt verricht spreekt ze de woorden “Je was er bij. Je was in Auschwitz, in Jeruzalem, in Belfast, in New York.”
In woordgebruik wordt sterk op het effect van de connotatie gespeeld, oftewel met de emotionele klank die woorden hebben buiten hun eigenlijke betekenis. Woorden als “inspireren” en “motiveren” worden afgedaan als “braaftaal”. En, zeg nou eerlijk, wie wil er voor een brave Hendrik worden versleten? Niemand toch! Nee, dan het stoere “rattentaal”, dat is pas ware geuzentaal! “Manipuleren”, stoer! Overnemen, die taal! Beoefenen, dat rattengedrag!
Het hele boek staat vol ronkend taalgebruik.
Een opvallend aspect aan het boek is dat heel veel “normale” managementkennis en –vaardigheden worden beschreven. Vaardigheden worden daarbij tot in het groteske doorgetrokken richting misbruik. Dus, opnieuw als voorbeeld, je moet niet inspireren en motiveren, maar de daarbij horende vaardigheden aanwenden om te manipuleren.
Echte argumenten, behalve die van het streven naar louter eigen belang op de kortst mogelijke termijn (zonder acht te slaan op de effecten op de wat langere termijn), ben ik niet tegengekomen. Het enige “argument” lijkt te zijn dat je wel gek bent als je niet kiest voor rattengedrag.
Joep Schrijvers doet kond van allerlei rattenstreken van mensen in de praktijk. En, natuurlijk, ratten zijn er. Ratten zitten overal. Dat zij de meerderheid vormen bestrijd ik. Ik ben er tot op heden slechts enkelen tegengekomen. De meeste mensen gruwen van hun gedrag. Bovendien komen de ratten lang niet zo vaak verder dan anderen, al suggereert Joep Schrijvers (zonder dit te onderbouwen) van wel.
Schrijvers ontkracht overigens in het boek ook nog zichzelf: Wij zullen altijd ontkennen dat dit een serieus boek is. Maar, dat is alleen een manier om eventuele aansprakelijkheden af te wijzen. Het boek is bloedserieus geschreven. Het schrijven van zo´n boek is een morele daad, zelfs als de inhoud echt niet serieus bedoeld zou zijn. Jezelf onvatbaar maken voor kritiek door zo´n zin op te nemen ontslaat niemand van zijn verantwoordelijkheid.
Reactie
Een leider beschikt over vaardigheden waarmee hij anderen dingen kan laten doen die hij wil. Schrijvers stelt impliciet: “Je kan het, dus doe het!”. Dat ik mij er niet in kan vinden dat alles wat je kan ook geoorloofd is zal niet echt een verrassing zijn voor wie de verdere inhoud van deze site kent. Juist het feit dat een leider in staat is anderen te laten doen wat hij wil legt een zware verantwoordelijkheid op die leider. Een leider kan zich niet aan ethische vragen onttrekken[v].
Het, vanuit een doelrationele blik, belangrijkste argument tegen het boek is dat de door Schrijvers beleden rattigheid niet bijdraagt aan betere resultaten van ondernemingen. Toepassing leidt links en rechts tot onnodige beschadiging van allerlei mensen in de omgeving van de rat[vi].
Met macht en spelletjes kan je ver komen. Maar met echt ethisch verantwoord leiderschap kom je verder.
Het boek van Schrijvers getuigt wel van realiteitszin. Het drukt ons met de neus op de feiten. Overal zitten ratten. Het boek is in die zin een waarschuwing ook al wil de auteur daar niets van weten. Het wijst ons erop dat ethiek misschien wel breed beleden wordt, maar niet overal even stevig als toetsteen voor handelen wordt gehanteerd.
Wat kan of wat gebeurt is niet automatisch “goed” omdat het gebeurt. Het goede doen vraagt heel wat meer. Goed doen is ook zeker niet iets wat we gemakkelijk terzijde moeten schuiven met termen als braaftaal.
Wie een leeg colablikje in een prullenbak doet in plaats van het achteloos voor eeuwen onze leefwereld te laten vervuilen is braaf. Het gedrag van iemand die zijn vuil daar deponeert waar het de bedoeling is kunnen we ook “sociaal gedrag” of “goed burgerschap” noemen. Wat uiteraard erg braaf klinkt en minder lekker bekt dan het denigrerend als “braaftaal” af te serveren. Rattentaal klinkt uiteraard stoerder. Maar, helaas, het veroordeelt de “brave”, terwijl we juist met het ontwikkelen van het brave, met ons civilisatieproces gezamenlijk door de eeuwen heen een stuk verder zijn gekomen. Correct gedrag is een teken van “beschaving”. Dat klinkt toch al een stuk positiever dan “braafheid”, ook al bedoelen we hetzelfde.
Joep Schrijvers kleineert de braafheid, hij moedigt iedereen aan tot rattigheid. Hij vraagt iedereen bij wijze van spreken zijn autoradio te stelen. Althans daar komt zijn betoog toch in grote lijn op neer. Wie rattigheid aanmoedigt roept de gevolgen ook over zichzelf af. Als zo iemand zelf door die gevolgen wordt geraakt heeft hij geen reden tot klagen.
Hans Bouttelier wijst er in zijn boek op dat mensen tegenwoordig heel fel kunnen reageren op kleine vergrijpen als een verkeersovertreding, mensen nemen het anderen klaarblijkelijk extra kwalijk als die een overtreding begaan die zij zelf op dat moment niet begaan (terwijl ze dat misschien liever wel zouden willen doen). Mensen beseffen dat bepaalde regels nodig zijn, omdat je anders zelf ook het slachtoffer zou kunnen worden van het loslaten van die regel. Dat is een van de laatste breed gedragen ethische uitgangspunten. Eigenlijk het oude gezegde: “wat u niet wilt dat u geschied, doe dat ook een ander niet!” Schrijvers laat zelfs deze basisregel schieten. Hij gaat in zijn keuze voor vrijheid en eigenbelang verder dan het gros van de burgerij. Een heilloze weg.
Schrijver´s boek anticipeert op de aantrekkingskracht van het verbodene. Natuurlijk, als ik me aan de wet houd ben ik braaf. Tja, het zij zo. Laten wij, de braven, dat dan maar als nieuw geuzenwoord gaan gebruiken: “braafheid”.
Nog een kanttekening:
Veel van Schrijvers tips zijn ook ten goede bruikbaar. Het is met de door Schrijvers voor rattengedrag ingezette vaardigheden als met een mes, je kan een mes gebruiken voor onschuldige zaken, maar ook als instrument voor een misdaad.
Schrijvers benadert de wereld als een moderne Machiavelli, namelijk: amoreel. Dat stelt hij zelf in zijn tekst: Ten tweede is het denken van Machiavelli amoreel. Ik beweer niet dat het amorele altijd leidraad voor ons alledaagse handelen moet zijn maar het is een verademing om bedrijven en organisaties amoreel, rauw, zonder permanente braafheid te analyseren.
Daarop kan door mij dan weer gereageerd worden met een aantal vragen: waarom hou je het dan niet bij de analyse, waarom maak je er een handboek van, waarom kies je voor propaganda?
Slot
Tenslotte nog dit. Het boek is een mooie reddingsboei voor al die managers die de afgelopen jaren hebben gehoord dat ze moesten veranderen en die dat niet konden of wilden. Eindelijk kunnen ze zich vastgrijpen aan het drijfhout dat Joep Schrijvers hen toewerpt. Gered, we hoeven niet te veranderen!
Maar, drijfhout blijft het.
Bergschenhoek, 20 oktober 2003
Schrijvers, J.P.M., Hoe word ik een rat?
Dit boek op Managementboek.nl en op bol.com
Bouttelier, Hans, De Veiligheidsutopie
Dit boek op Managementboek.nl en op bol.com
[i] Bouttelier, Hans, De Veiligheidsutopie, Boom Juridische Uitgevers 2002
[ii] Zelfs ondanks de parmantigheid waarmee allerlei pluimage de termen “normen” en “waarden” in de mond neemt. Ieder heeft het daarbij over de “normen” en “waarden” die hij hanteert, die hem zijn vrijheid geven en die anderen moeten respecteren om die vrijheid blijvend te garanderen. Kortom, er is geen heersende moraal meer.
[iii] Schrijvers, J.P.M., Hoe word ik een rat?, Scriptum, 2002
[iv] Zie hiervoor de recensies op de website van Joep Schrijvers: www.hoewordikeenrat.nl
[v] Zie ook mijn artikel “bezieling en ethiek”, www.markensteijn.com/leiderschap_5.htm
[vi] Dit is een argument dat ik hier niet uitwerk, het alternatief voor wat Schrijvers predikt is immers het onderwerp van deze hele site.