Het bovenstaande citaat riep bij mij associaties op met de overmatige aandacht voor risico’s en risicomanagement. Sommige opdrachtgevers eisen bijvoorbeeld altijd een top 3 (of: 5, of: 10, of: …) van risico’s in een voortgangsrapportage. Onzin. In sommige projecten zijn er wellicht meer dan drie majeure risico’s, zelfs als er in een project dat bijna is afgerond soms hooguit een paar futiele risico’s resteren. Er wordt veel tijd in risicomananagement als apart beheersingsgebied gestoken. Terwijl de projectbetrokkenen al allerlei acties uitvoeren waarmee het risico zich eigenlijk al vrijwel niet meer voor kan doen. En, als het zich toch voordoet, dan komt dat niet omdat er te weinig gedaan is om dit te voorkomen.
Een voorbeeld. Er wordt geen fundering gemaakt zonder geotechnisch onderzoek. Toch zie je regelmatig risico’s die aangeven dat er wel eens iets mis zou kunnen gaan met de fundering. En wat is de beheersmaatregel? Juist! Het doen van geotechnisch onderzoek.
Soms zijn opgenomen risico’s niet meer dan “wat wij willen gaan doen, dat zou (op onderdelen) wel eens fout kunnen gaan”. Dat dit niets toevoegt zullen de meesten onder u wel aanvoelen. Veel activiteiten bij projecten zijn erop gericht het project voor elkaar te krijgen. Dat is een open deur, lijkt me. Die activiteiten ook nog eens opnemen als beheersmaatregelen voor het risico dat het wel eens fout zou kunnen gaan is het volslagen overbodig en onzinnig. Toch zie ik dat soort beheersmaatregelen maar al te vaak.
Even terug naar het citaat. Mijn associaties waren als volgt. Teveel aandacht voor risicomanagement staat gelijk aan het overschatten van de vijand. De vijand staat voor de faalkans van een project. En teveel aandacht leidt tot verlies aan tijd, kansen en middelen.
Dus: wees vooral pragmatisch als het om risicomanagement gaat!