Eerst wil ik u vragen om een open en onbevooroordeelde houding aan te nemen. In dit stuk wordt het Duitse leger uit de tweede wereldoorlog vergeleken met dat van de Amerikanen. Oeps ..., gevoelige materie. Aan een verhitte discussie die ik op een internetforum over dit onderwerp tegenkwam ontleen ik de notie dat het leren van Duitsers en zeker van het Duitser leger tijdens de tweede wereldoorlog voor sommigen moreel onaanvaardbaar is. Maar, nogmaals, ik vraag u uw oordeel over de maaltijd op te schorten tot na het eten en uw oordeel vooraf, dat u deze spijs wellicht niet lust, even te vergeten. Ik vraag u de feiten tot u te nemen en te verteren en daarna pas tot een oordeel te komen.
Dit artikel is gebaseerd op allerlei cases en inzichten uit: Ogilvie, R., Krijgskunde en ondernemingsstrategie, Uitgeverij Business Contact, 2004.
Effectiviteit
Dit stuk gaat over effectiviteit. Uit de effectiviteit van twee krijgsmachten zijn lessen te leren over het leiden van organisaties. We gaan die twee krijgsmachten hierna nader beschouwen.
De Amerikanen
Het Amerikaanse leger tijdens de tweede wereldoorlog teerde op slecht opgeleide soldaten. De eenheden bestonden uit soldaten uit alle lagen van de bevolking en uit alle staten van het land. Eenheden bestonden uit los zand. Soldaten werden beschouwd als voor elkaar inwisselbare eenheden die moesten doen wat hen opgedragen werd. Wat gedaan moest worden werd uitgebreid en tot in de kleinste details gepland. In de uitvoering van het plan overheerste een zekere starheid. Uitgangspunt was wantrouwen. Er werd niet vertrouwd op individuele kwaliteiten van de soldaten. Alles werd minutieus voorbereid en gecontroleerd. De achterliggende gedachte was die van maakbaarheid.
De Duitsers
Het beeld dat velen hebben van het Duitse leger tijdens de tweede wereldoorlog is dat van een organisatie waarin een zogenaamde kadaverdiscipline heerste. ‘Befehl ist befehl’, wordt daar vaak veelbetekenend aan toegevoegd. De werkelijkheid was echter verrassend anders. De Duitse soldaten waren goed opgeleid, getraind en gevormd(!) want “karakter” werd als eigenschap zeer gewaardeerd. Eenheden bestonden uit soldaten uit één bepaald gebied. Er was sprake van onderlinge verbondenheid. Duitsers werden er op getraind zelfstandig na te denken en zo nodig van vooropgezette plannen af te wijken. Opdrachten werden gegeven in termen van doelen (‘Auftragstaktik’ in plaats van ‘Befehlstaktik’). Deze doelen werden bewust enigszins vaag gelaten zodat er interpretatieruimte overbleef tijdens de uitvoering.
Het uitgangspunt was vertrouwen. Er werd ruimte gegeven aan het oordeelsvermogen van individuele militairen die in het heetst van de strijd het best hun eigen situatie konden beoordelen en die konden overzien wat werkte. De achterliggende gedachte was dat chaos heerst tijdens gevechtshandelingen. In die chaos werd creativiteit en beoordelingsvermogen als noodzaak gezien voor adequaat handelen.
De resultaten
Uiteindelijk wonnen de Amerikanen. Hun aantallen, middelen en vuurkracht waren doorslaggevend.
Maar, en dat is veelzeggend, in gevechtshandelingen hadden de Amerikanen onder allerlei omstandigheden 50% meer verliezen dan de Duitsers. De inzet van mensen en middelen was dus bij de Duitsers veel effectiever. En, die effectiviteit is te verklaren op basis van de hierboven genoemde verschillen. De Duitsers maakten gebruik van individueel oordeelsvermogen en verzekerden zich er daarbij van dat individuen ook een zekere handelingsvrijheid hadden. De Amerikanen stonden individuen geen handelingsvrijheid toe, soldaten hadden slechts bevelen van hogerhand uit te voeren. De Duitsers schonken vertrouwen aan individuen, de Amerikanen niet. En, dat maakt verschil!
Vergelijkbaarheid
Er zullen mensen zijn die stellen dat krijgskunde en oorlog enerzijds onvergelijkbaar zijn met bedrijven en concurrentiestrijd anderzijds. En natuurlijk er zijn forse verschillen (lees ook: "Clausewitz en management"). Zonder er veel woorden aan te besteden acht ik de parallellen op het hier specifiek besproken punt echter groter dan de verschillen.
Reflectie
Ik ben er een overtuigd voorstander van om vertrouwen als uitgangspunt te nemen bij het geven van leiding. Ik erken het bestaan van chaos in de omgeving van organisaties. Ik ben zeer sceptisch over de maakbaarheid van een situatie (omgeving). Ik ben er voor om verantwoordelijkheden en bevoegdheden in de lagere(?) uitvoerende lagen van een organisatie te leggen.
De hier geschetste parallellen met krijgskunde en oorlog versterken in mij deze overtuiging. Het is, dat moet ik erkennen, een bevestiging uit zeer onverwachte hoek.
“Krijgskunde en ondernemingsstrategie” bij bol.com
Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst