In zijn boek "Inspiratie en inzet in organisaties” besteedt Daniel Ofman veel aandacht aan persoonlijke ontwikkeling en aan de vergissingen daaromtrent.
In deze bespreking stip ik een aantal van Ofman’s inzichten aan.
Eerst even wat achtergrond. Ofman onderscheidt drie werelden waar we mee te maken hebben, de Ik-, Wij- en Het-wereld. Ik vermoed dat iedereen daar wel beelden bij zal hebben. De Ik- en Wij-wereld zijn te vergelijken met de leefwereld van Habermas (meer info: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jürgen_Habermas), de Het-wereld met diens systeemwereld. Ofman stelt dat in iedere organisatie de volgende drie thema’s voortdurend aan de orde zijn:
- Waarheid: klopt Het inhoudelijk waar we mee bezig zijn?
- Juistheid: klopt de wijze waarop Wij met elkaar omgaan?
- Schoonheid: klopt mijn hart sneller en kan Ik mij er mee verbinden?
Ofman stelt dat je niets bereikt als je iets in de ene wereld probeert te regelen om in een andere wereld iets te bereiken.
Uitgangspunt voor ontwikkeling is dat de focus is gericht op het zichtbaar maken van datgene wat latent aanwezig is.
In veel organisaties maken mensen (al dan niet gedwongen) persoonlijke ontwikkelingsplannen, of POP’s. Een persoonlijk ontwikkelingsplan is in Ofmans ogen een contradictio in terminis. Want persoonlijke ontwikkeling kan je helemaal niet plannen. Kijk naar degene die je bent en kijk hoe je dat geworden bent. Zit daar iets planmatigs in? Een boek lezen, een cursus volgen dat kan je plannen, maar niet je ontwikkeling.
Jezelf kennen, bewustwording, dat is waardevol. Het helpt je op jezelf te reflecteren en wellicht ontwikkel je jezelf dan ook nog.
De Het-wereld is maakbaar, de Ik-wereld niet. Met POP’s wordt gepoogd om met een actie in de Het-wereld de Ik-wereld te beïnvloeden. En, zo melde ik eerder, dat kan niet werken.
Ontwikkelen in de Ik-wereld is geen doel, maar een gevolg, zo stelt Ofman. Van persoonlijke ontwikkeling een doel maken is Het-matig denken. Je denkt in termen van maakbaarheid. Voor je het weet ga je plannen maken. En: dat werkt niet.
Ofman adviseert om niet te kijken naar dingen die nuttig voor je zijn, maar naar zaken waar je echt naar verlangd. In de taal van kernkwadranten (meer info: http://nl.wikisage.org/wiki/Kwadrant_van_Ofman) ligt daar je echte uitdaging. Vervolgens moet je niet willen (laat staan: moeten) veranderen. Nee, je moet je jouw uitdaging herinneren. Want als je die uitdaging herinnert, dan wordt je er vanzelf naartoe getrokken. Door ergens “ja” tegen te zeggen komt er creativiteit en energie vrij.
Dus probeer niet iets af te leren, want “nee” zeggen, dat is reactief. Richt je ook niet op je valkuil, want dan krijgt die aandacht en aandacht leidt ertoe dat jouw valkuil juist groeit.
Bestrijd je onvrede, en ben je daar succesvol in, dan neemt je onvrede af en daarmee ook de energie om iets te veranderen. Terwijl je bij een positief streven steeds meer energie krijgt.
Soms klinkt Ofman mij iets te zweverig. Echter zijn kritiek op POP’s deel ik. Zijn besef dat positieve doelen energie geven kan ik alleen maar bevestigen. Alles bij elkaar vond ik in Ofmans boek voldoende inzichten de moeite waard. Vandaar dus dat ik dit hier deel.
Citaten uit "Inspiratie en inzet in organisaties”
"Inspiratie en inzet in organisaties” bij managementboek.nl en bij bol.com