Ik heb een allergie voor dwingende procedures, bureaucratie en schema’s met taken en verantwoordelijkheden (RASCI, PRACI, e.d. genaamd). Als ik een projectplan, of ander document moet opstellen in een dwingend format, dat mij eigenlijk niet lekker past, dan moet ik een lichte weerzin overwinnen om me ertoe aan te zetten.
Ik orden mijn werk wel graag, want door die ordening kan ik in hoge mate productief en effectief zijn. Dus ik heb niet zozeer een weerzin tegen ordening. Maar, het moet (ik geef het toe) wel mijn ordening zijn. Rationeel gezien omdat de ordening van een ander mij extra tijd en energie kost. Want ik moet me er dan eerst in verdiepen “hoe het moet”, ik moet mijn weerzin overwinnen en ik moet allerlei dingen doen of zaken opnemen in documenten waar ik de zin niet van inzie. Als ik het op mijn eigen manier mag doen, dan gaat het veel efficiënter, sneller en lever ik iets af wat ook echt van mij is. Dat is de rationele kant.
Maar de weerzin kan ook anders worden omschreven. Habermas heeft onderscheid gemaakt in de leef- en systeemwereld. De leefwereld is de wereld van alle dag, van onze eigen beleving, van onze eigen manier van leven en van onze eigen manier waarop wij onze dingen doen. De systeemwereld is de wereld van de regeltjes, de procedures, de handboeken, de wetten. Een wereld die ons dwingt tot bepaald gedrag, gedrag dat ons lang niet altijd eigen is.
De weerzin die ik voel, mijn allergie, is met de begrippen van Habermas te benoemen als verzet tegen het binnendringen van de (of een) systeemwereld in mijn leefwereld. Als ik optimaal moet functioneren, geef mij dan alstublieft de vrijheid om dat te kunnen doen! Dwing me niet te werken conform door anderen bedachte regels, die bovendien zo universeel toepasbaar zijn verklaard dat ze zelden echt op een situatie passen. Ofwel: blijf uit mijn leefwereld! Dan voel ik me het lekkerst en dan werk ik het beste!
Nog een kanttekening.
Er zijn mensen die juist graag werken met universele regels en procedures. Dat geeft hen houvast en structuur. Vaak zijn dat ook degenen die het leuk vinden om handboeken op te stellen. Zij voelen zich daar prettig bij en werken met die handboeken in de hand het meest optimaal. Hun leefwereld bestaat uit die handboeken.
Maar als jij jouw leefwereld oplegt aan anderen, dan is het voor die ander een systeemwereld. En daarmee dring je zijn leefwereld binnen. Met alle negatieve gevolgen die daar bij horen.
Wat de een als prettig ervaart, kan de ander een doorn in het oog zijn. Ik zie datgene wat iemand als prettig ervaart als behorende tot diens leefwereld. Voor hem of haar is dat geen systeemwereld. Leg je dat aan anderen op dan wordt het voor die anderen wel algauw een systeemwereld. Al gauw, want er zijn nou eenmaal niet veel mensen met precies dezelfde voorkeuren en dus met precies dezelfde leefwereld. Ofwel, degenen die de regels en procedures opstellen en afdwingen dringen met hun leefwereld, die voor mij een systeemwereld is, mijn leefwereld binnen.
Het binnendringen van de systeemwereld in de leefwereld wordt vaak als bron van vervreemding en ellende aangewezen. De systeemwereld is abstract en onpersoonlijk. Uiteindelijk wordt elk stelsel van regels, wetten en procedures dat ook.
En daarom ben ik ook zo’n voorstander van zelfsturing, omdat bij zelfsturing niet wordt opgelegd hoe mensen iets moeten doen. Bij zelfsturing wordt de leefwereld van ieder individu optimaal gerespecteerd.