Wat betekent het voorgaande voor het fenomeen ‘big data’?
Popper heeft zo vaak gelijk, heeft hij het hier mis? Is alle ophef over ‘big data’ overdreven? Of geldt zijn uitspraak alleen maar voor de wetenschap? En, als dat laatste het geval is, gaat ‘big data’ dan de wetenschap helpen? Want als het probleem is geformuleerd, leveren de ‘big data’ dan niet juist de schat aan informatie die voor de wetenschap zeer waardevol zal blijken te zijn?
De toekomst zal het leren.
En nog voor ik deze post wilde plaatsen stond er in NRC een interview van Bas Heijne met Michael Blastland (11 januari 2020), getiteld: “Natuurlijk is er onzekerheid! Ontken dat niet.” Het interview gaat grotendeels over de onzekerheid die wetenschap eigen is. Dat omdat er nu eenmaal veel is dat we niet weten. Het artikel ademde de geest van Popper.
Tegen het eind van het artikel las ik “Ik wil maar zeggen, met big data loop je net zo goed het risico verkeerde verbanden te leggen als met kleine hoeveelheden informatie.”
Citaat uit “The Poverty of Historicism”.