Mensen hebben de neiging om anderen meer te vertrouwen naarmate die meer op hen lijken. Mensen die op je lijken meer vertrouwen is op zijn ergst een vooroordeel. En natuurlijk kan je bedrogen uitkomen. Ook wie op jou lijkt kan immers onbetrouwbaar zijn.
Duintjer spreekt in "Rondom Regels" over regelgeleide systemen. Een regelgeleid systeem bestaat uit een groep mensen die bepaalde impliciete regels delen. Op basis van de plek waar je geboren bent en de omgeving waarin je opgroeit maakt iedereen zichzelf allerlei denk- en gedragsregels eigen.
Er zit dus ook een zekere logica achter het eerdergenoemde gegeven dat mensen die meer op elkaar lijken elkaar meer vertrouwen. Mensen die op elkaar lijken hebben waarschijnlijk vaker dan degenen die niet op hen lijken eenzelfde regelsysteem. En het gedrag van hen die een regelgeleid systeem delen is altijd beter voorspelbaar en begrijpelijker dan het gedrag van hen die jouw regelgeleide systeem niet delen. Wie jouw regelgeleide systeem delen, delen waarschijnlijk ook jouw waarden. En wie jouw waarden deelt, die is meer te vertrouwen.
Daarmee kan je stellen dat de kans op gerechtvaardigd vertrouwen terecht is waar het mensen betreft die meer op jou lijken. Daarmee is minder vertrouwen in wie minder op je lijkt ook begrijpelijk (en misschien ook wel te rechtvaardigen).
Minder vertrouwen in anderen wordt al snel uitgelegd als een vorm van intolerantie of zelfs racisme. Dat is wat overtrokken. De kans dat een ander jouw regelgeleide systeem niet deelt is immers groter dan bij “gelijken”. Minder vertrouwen jegens “anderen” is begrijpelijk, daarmee is degene die minder vertrouwen jegens anderen toon nog niet intolerant en ook geen racist.