In “De kleine prinses” vertellen Nicoline Mulder en Fokke Wijnstra een verhaal over projectmanagement. In het verhaal wordt een kleine prinses projectmanager, zonder dat ooit eerder te zijn geweest. Het boek volgt haar ontwikkeling bij het vervullen van haar nieuwe verantwoordelijkheden.

Zij zoekt naar de missie en waarden van haar opdrachtgever, terwijl haar broer haar probeert te overtuigen van het nut van een 'business case'. Het is een botsing tussen zingeving als vertrekpunt enerzijds en het willen werken vanuit een blauwdruk anderzijds. De hond van de prins heet niet toevallig Prins2.
Met het uitlaten van de hond worden de eigenaardigheden van de Prince2-methodiek kostelijk geparodieerd. Alle details moeten worden gecheckt en er moet goedkeuring door een derde (de hofdame) worden verleend, alvorens bijvoorbeeld het uitlaten van de hond Prins2 kan beginnen. Bij het uitlaten staan de route en de tijdsduur van tevoren uiteraard precies vast. Ieder afwijking moet van tevoren door een derde worden goedgekeurd.
De kleine prinses heeft daar niet zoveel mee. Ik voel met haar mee! Er gebeurt nooit iets verrassends. De prinses vindt dat saai.

In het verhaal worden kleuren toegekend aan bepaalde personen. De prinses is groen, de prins is blauw. Je kleur volgen is goed, daardoor ben je authentiek en sta je in je kracht.

De prins kijkt steeds terug om fouten op te sporen om daarvan te leren. De kleine prinses denkt dan: “Kijk eens naar de toekomst in plaats van te bestuderen wat je al weet.”

De prinses bedenkt dat de belangrijkste fase de fase is voordat je iets een project noemt. Ze mijmert door en bedenkt dat je sommige taken misschien beter helemaal geen project kan noemen. Dan ga je niet de fuik in van alle project-verplichtingen. Soms kan je iets maar beter gewoon aanpakken, zonder er een project van te maken.

En als iets als project is benoemd, kan je er dan grip op krijgen? Grip op een project is, gezien de dynamiek en onzekerheden in projecten, volgens de prinses een contradictio in terminis.

Als voortgangsrapportages ter sprake komen, vraagt de prinses zich af waarom dat nodig is. Heeft haar opdrachtgever dan geen vertrouwen in haar?!

Zo komen in het verhaal allerlei onderwerpen aan de orde die binnen sommige projectmanagementmethodieken voor zoete koek worden geslikt. De verbazingen van de prinses zijn een effectieve manier om vraagtekens te plaatsen bij "waarheden" binnen dergelijke methodieken.

De prinses geeft haar kijk op de projectenwerkelijkheid door ideeën uit de chaostheorie te introduceren. Dingen waar haar broer, de prins, toch wel van blijkt te kunnen leren.  Hij snapt zelfs waarom de prinses de structuur niet van tevoren vastlegt, maar deze pas hanteert nadat deze op basis van individuele talenten van haar teamleden langs natuurlijke weg is ontstaan.

“De kleine prinses” geeft een heerlijk verfrissende kijk op projectmanagement. De prinses laat zich niet blind leiden door allerlei "blauwe" methodieken, maar zet daar vanuit haar verbazing steeds terechte vraagtekens bij. Een prima tegenwicht tegen alles waaruit een hardnekkig geloof blijkt in de maakbaarheid van projecten door deze volledig via procedures te benaderen.

Een aanrader!

 

"De kleine prinses" bij managementboek.nl en bij bol.com

Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst