„Maar óók daarin zie je heel veel variatie. In het Britse koloniale rijk lag de nadruk in Egypte op modernisering van de economie. Maar in Soedan, regeerden ze juist indirect, via allerlei stammenstructuren. Daar ging het juist om anti-modernisering: laat die oude structuren met rust! Dus géén onderwijs, géén ziekenhuizen. En er is gek genoeg een heel interessant verband met archeologie. Want waar de Britten probeerden te moderniseren, waren óók de gebieden waar ze fanatiek aan archeologie gingen doen. Het idee bestond dat een samenleving alleen een toekomst had als zij ook een diep verleden had. Egypte had zo’n verleden. Alsof de mensen ten zuiden van Khartoem geen geschiedenis hadden. Dat werd dus het domein van de antropologie, zo is de Britse sociale antropologie ontstaan waarin geschiedenis genegeerd wordt. Je kan dus wel zeggen dat wij dus nogal beperkt zijn geweest in onze voorstellingen van het verleden. Alleen als er veel centrale macht zichtbaar is, werd iets belangrijk gevonden, en anders niet.”
Bovenstaande tekst komt uit een interview in NRC met David Wengrow.
Dit leert ons veel over ons Westerse denken. Grote, sterke culturen kregen en krijgen historisch gezien onze aandacht, terwijl perioden waarin weinig centrale macht was kennelijk als onbelangrijk en oninteressant terzijde werden en worden geschoven.
Wat dit sowieso duidelijk maakt is dat het werken met gecentraliseerde macht geen noodzaak is. Er zijn lange perioden in de geschiedenis zonder centrale macht, perioden waarin ook culturen opbloeiden.
Ik werk bij een bedrijf dat werkt met holacracy als besturingssysteem. Daarbij is er geen sprake van managers met macht, nee iedereen heeft bepaalde rollen met de bijbehorende verantwoordelijkheden, maar ook met de bijbehorende bevoegdheden. Als je de rol hebt, dan ben je ervan!
Als ik hierover vertel dan ontmoet ik vaak scepsis. Mensen denken dat het überhaupt niet kan werken (ik zie dat het wel werkt), dat het bij grote organisaties niet zou kunnen werken (er zijn grote bedrijven die holacratisch werken) of dat het niet overal kan werken (er zijn allerlei zeer verschillende bedrijven en organisaties in vele verschillende landen en culturen die holacratisch werken). Het werken met hiërarchische structuren is er zo cultureel ingesleten en is ons zo vertrouwd geworden, dat mensen zich klaarblijkelijk niet meer voor kunnen stellen dat het echt ook heel anders kan.
Eigenlijk zijn we cultureel gepreoccupeerd met het denken in en waarderen van systemen met gecentraliseerde macht. Daardoor zagen de historici perioden zonder grote sterke gecentraliseerde machten over het hoofd. Schrijvend over het oude Egypte werden die perioden door historici “tussenperioden” genoemd. Die tussenperioden kregen weinig aandacht.
Denkend over organisaties lijken mensen alleen hiërarchieën met leiders die over macht beschikken, misschien wel alleen met zogenaamde “sterke” leiders, als realistisch, haalbaar, levensvatbaar te zien.
Echt! Het kan ook anders.
Meer weten over holacracy? Lees:
"Holacracy en ik"
https://www.markensteijn.com/index.php/management/297-holacratie-en-ik
Over macht en kracht in leiderschap:
"De legitimiteit van leiderschap ontrafeld"
https://www.markensteijn.com/index.php/leiderschap-2/125-de-legitimiteit-van-leiderschap-ontrafeld