In een liminale fase (lees boekbespreking “Tricky tijden”) ligt altijd complotdenken op de loer. Goed om daar ook eens aandacht aan te besteden.
Als mensen denken te voelen dat er iets niet klopt, gaat de speculatiemachine aan. Dit is precies wat complottheorieën zo waanzinnig intrigerend maakt. Het is te gemakkelijk om ze bij voorbaat als onzin aan de kant te schuiven, want wellicht leggen ze mistanden bloot en laten ze een nieuwe werkelijkheid zien. Tegelijkertijd is het naïef, of zelfs gevaarlijk, om ze te snel serieus in overweging te nemen, omdat het best eens loos alarm kan zijn. Veel geritsel, maar geen leeuw.
Complotdenkers geven bij elkaar verzonnen antwoorden op wellicht terechte vragen. Soms op basis van pertinente leugens. Een weerwoord tegen complottheorieën komt bij de complotdenkers doorgaans niet aan. Ook wanneer je een op feiten gebaseerd weerwoord hebt dan menen de complotdenkers daarin weer desinformatie te zien van de partij waartegen hun theorie zich richt. Zij verslijten jou voor naïef omdat jij daarin trapt.
Maar, zeg ik dan, de complotdenkers zelf zijn echt naïef omdat ze de meest onwaarschijnlijke scenario’s zonder enig bewijs als waarheid prefereren boven op feiten gestoelde scenario’s.
Complottheoriën zijn vaak aantrekkelijk omdat ze bijvoorbeeld de aandacht vestigen op ongerijmdheden in een verhaal. Maar de manier waarop zij er daarna de meest ongeloofwaardige theorieën aan koppelen over hoe iets dan wel zou (kunnen) zitten … Tja.
Ik geef toe, lastig hoe je hiermee om kunt gaan. Zeker in een tijd waarin iedereen via social media zijn wildste ideeën met iedereen kan delen. Voor je het weet, wordt de gekste theorie voor velen een waarheid.
Citaat uit “Tricky tijden”.
Boekbespreking “Tricky tijden”
https://www.markensteijn.com/index.php/weblog/831-boekbespreking-tricky-tijden

