De huidige politiek gelooft heilig in een gunstig effect van de markt op het functioneren van de overheid. Tegelijkertijd is er een afrekencultuur ontstaan binnen diezelfde overheid. Die afrekencultuur leidt tot indekgedrag. Alles moet toetsbaar zijn op rechtmatigheid en doelmatigheid. Om iets toetsbaar te maken moet je het meetbaar maken. Als je iets meetbaar maakt moet je het ook nog meten. Als je wilt kunnen meten moet je gegevens registreren, veel gegevens.
Hoe meer afrekencultuur, hoe meer registratie. Alle registraties en metingen moeten vervolgens worden beoordeeld. Dat moet uiteraard door onafhankelijke instanties gebeuren. Dat zijn niet de mensen die direct bij taken van de overheid betrokken zijn. Die zijn niet onafhankelijk. Wil je de onafhankelijkheid van beoordelingen borgen dan moet je zorgen dat er organen worden opgericht die onafhankelijk zijn. Die dus niets te maken hebben met het werk dat gedaan moet worden. Die dus niets toevoegen aan het werk dat gedaan wordt!
Dat is grofweg wat er binnen de overheid gebeurt.
Marktwerking berust op ondernemerschap, lef, risico’s nemen en balanceren op het scherpst van de snede. Marktwerking ontstaat waar een hoge mate aan vrijheid van handelen aanwezig is. Bedrijven willen ook graag weten wat er met hun geld gebeurt, maar zullen wel oppassen daar te veel inspanning (lees: geld) aan te besteden, dat maakt hen duur en komt hun marktpositie niet ten goede.
Als iemand binnen een bedrijf een fout maakt, dan maakt hij een fout. Daar wordt lering uitgetrokken. En, als iemand echt over de schreef gaat worden er maatregelen tegen die persoon genomen. Binnen de overheid ligt dat anders. Iedereen vindt het (tegenwoordig) normaal om een minister verantwoordelijk te houden voor het vrij rondlopen van een TBS’er die daar klaarblijkelijk niet rijp voor was. Binnen de overheid wordt gewerkt met mandaten. Dat betekent dat als een medewerker, die misschien wel vijf, zes of meer managementlagen van de minister is verwijderd, een fout maakt de minister toch verantwoordelijk blijft en daarop wordt aangesproken. Sterker nog, er wordt aangedrongen op diens aftreden! En, de automatische piloot van de politiek vraagt om meer regels en meer toezicht daarop!
Van organisaties die verantwoording af moeten leggen aan de politiek is geen marktwerking te verwachten. Door het mandateringsstelsel, de afrekencultuur en de daarbij behorende verantwoordings-, toetsings- en meetmanie is iedere potentiële marktwerking al om zeep geholpen voor er ook maar iemand aan een taak is begonnen. Potentieel betere prestaties worden teniet gedaan door de bureaucratische beslommeringen die er tegenover staan.
Je hebt de markt en de overheid. Marktwerking treedt op waar verantwoording aan de politiek ontbreekt!
Marktwerking binnen de overheid is een contradictio in terminis!
En, dat mag uit het voorgaande duidelijk zijn, dat ligt niet aan de ambtenaren, maar aan de politiek zelf. De politiek wil marktwerking en reageert overtrokken op incidenten. Door die overtrokken reacties ontstaat de beschreven verantwoordingsmanie die echte marktwerking teniet doet.
Helaas.
Bergschenhoek, 21 juni 2005