Of: de bevestigers?
Als startend projectleider had ik over een slecht lopend project veel contact met de projectdirecteur. Lastige zaken besprak ik met hem. Hij steunde me en stemde in met mijn voorstellen voor te ontplooien acties. Achteraf denk ik dat ik in dat project een aantal onhandige dingen heb gedaan. Met volle steun van de directie, welteverstaan.
Nu besef ik hoe dat in zijn werk gaat. Een medewerker komt met een probleem bij een manager. Die medewerker zit er midden in, de manager niet. De manager wordt voor het eerst met het probleem geconfronteerd. De medewerker kijkt hem aan en verwacht een oplossing. De wijze manager vraagt dan wat de medewerker er zelf van had gedacht. Negen van de tien keer blijkt de medewerker dan ook een oplossing te hebben. De oplossing klinkt plausibel. De manager stemt ermee in.
De top wil A4´tjes waarop ze kan beslissen. Managementteams en besturen krijgen dus sterk versimpelde problemen en slechts mondjesmaat gefundeerde voorstellen voor hun neus. Daar vragen ze tenslotte ook om. Op die informatie nemen ze een besluit. Gelukkig meestal positief. De zogenaamde beslissers stemmen dus in met het voorstel. Ze bevestigen het voorstel. Beslissers zijn daardoor meer bevestigers dan beslissers.
In het project dat ik noemde ontmoette ik waarschijnlijk ook alleen maar een bevestiger. Een realiteit waar ik op dat moment weinig aan had en niets van leerde.
Dat beslissers eigenlijk bevestigers zijn is vaak zo erg nog niet. Immers degenen die met een voorstel komen weten meer van het onderwerp dan de beslisser. Als de medewerker competent en betrouwbaar is dan moet de top wel hele goede argumenten hebben om anders dan het voorstel te beslissen.
En daar zit ´m in dat geval de kneep. Waar veel wordt bevestigd wordt waarschijnlijk te weinig gedelegeerd. Het zou veel efficiënter en respectvoller zijn wanneer er meer werd gedelegeerd.
Het zal toch niet zo zijn dat de top alleen de top is wanneer zij alle beslissingen neemt?! Is het nemen van besluiten een uiting van geldingsdrang? Menen toppers dat ze daarmee hun waarde bewijzen? Het zal toch niet?
Nee, natuurlijk niet!
Of toch?
Bergschenhoek, 13 mei 2002