In “Smile or Die” geeft Barbara Ehrenreich een zeer kritische blik op het positief denken. In Amerika is positief denken zo ver doorgeschoten dat het alle hoeken van de maatschappij heeft doordrongen, politiek, bedrijfsleven, onderwijs, religie, krijgsmacht, geneeskunst, enzovoorts. In Nederland en de rest van de wereld is het zó ver nooit gekomen, of althans: nog niet. Dat plaatst dit boek wel in een kader, wat de auteur schrijft is niet overal van toepassing. Maar, de waarschuwingen tegen het positieve denken mogen ook hier in Nederland best gehoord worden.
Altijd positief
Positivisme is in Amerika diep doorgedrongen in allerlei delen van de maatschappij. Hierna enkele voorbeelden.
Het positivisme gaat in Amerika zo ver dat bij ziektes waarvoor geen effectieve remedie bestaat toch naar het positieve wordt gezocht (‘benefit finding’). Je ziekte is dan bijvoorbeeld een kans die je op een hoger menselijk niveau kan brengen.
Waarschuwen voor problemen in bedrijven kan tot het einde van een carrière leiden. Bedrijven in Amerika willen geloven in een positieve uitkomst en boodschap.
Een voorbeeld. Een consultant die juist wel snapt dat er niet altijd aan alles een positieve kant zit, die start, wanneer hij wordt ingeroepen in crisissituaties, met de boodschap dat een crisis geen kans is. Dat is echt nodig om dat expliciet te benoemen in Amerika.
Zelfs tijdens de crisis die in 2008 begon werd de juichcultuur nog met ‘high fives’ beleden. Ieder die iets negatiefs dreigde te zeggen liep het risico te worden verbannen. Mensen die waarschuwden voorafgaand aan de crisis werden intern onder druk gezet om hun houding (‘attitude’) te verbeteren. Mensen die echt waarschuwden werden zelfs ontslagen, onder andere bij Lehman. Twee jaar voor het bankroet ging. Iedereen wil dus continue goed nieuws brengen binnen die bedrijven. Waarop een CEO klaagt dat “I’m the most lied-to man in the world.” CEO’s leven in een bubble, ze verdienen soms zo extreem veel, dat ze menen supermensen te zijn, dat zij echt nergens de fout in kunnen gaan, “how could you be wrong about anything? To think something is to make it happen.”
Positief denken is in Amerika tot norm geworden. Je moet er wel in mee gaan.
Aan het positiviteitsdenken zit een zelf vervullend effect. Als de goeroes stellen dat niet positief doen negatieve effecten kan hebben en dat je negativiteit uit je omgeving moet weren, en het gros van de mensen neemt dit over, dan wordt je vanzelf verbannen als jij niet altijd positief bent.
Eigen schuld
Het dogma dat je alles kan bereiken als je maar positief genoeg bent, leidt ertoe dat wie toch in de ellende komt te zitten het gevoel heeft dat het zijn eigen schuld is.
Ook de (televisie-)predikers in Amerika hebben het positief denken omarmd. Zij preken dat jij alles kan krijgen en bereiken wat je wilt als je maar positief genoeg denkt en daarmee geven ze onbewust de boodschap mee dat als jij niet alles hebt wat je wilt, als jou nare dingen overkomen, dat je dat alleen maar aan jezelf te wijten hebt. Je hebt niet positief genoeg gedacht.
The flip side of positivity is thus a harsh insistence on personal responsibility: if your business fails or your job is eliminated, it must because you didn’t try hard enough, didn’t believe firmly enough in the inevitability of your success.
De positivo’s beweren zelfs dat positiviteit de genezing van ziekten bevordert, of sterker nog: volledige genezing kan bewerkstelligen. Ook voor dodelijke ziektes. Als het niet helpt dan zit de patiënt ook nog eens opgescheept met zelfverwijt, want dan is hij kennelijk niet positief genoeg geweest.
Zoals Ehrenreich, die zelf kanker heeft gehad, zegt:
What it gave me, if you want to call this a “gift”, was a very personal, agonizing encounter with an ideological force in American culture that I had not been aware of before-one that encourages us to deny reality, submit cheerfully to misfortune, and blame only ourselves for our fate.
Status quo
Positief denken heeft als naar bijeffect dat verandering wordt geblokkeerd.
Volgens onderzoek zijn conservatieven, getrouwden en zwaar religieuze mensen gelukkiger dan anderen. Waarop de auteur fijntjes stelt:
Happiness, after all, is generally measured as reports satisfaction with one’s life-a state of mind perhaps more accessible to those who are affluent, who conform to social norms, who suppress judgment in the service of faith, and who are not overly bothered by societal injustice.
Om vervolgens tamelijk vernietigend te schrijven:
The real conservatism of positive psychology lies in its attachment to the status quo, with all its inequalities and abuses of power.
Want wie arm is zal het wel aan zichzelf te danken hebben. Maar, hoe kan het dan dat hele werelddelen armer zijn dan andere? Het lijkt toch onwaarschijnlijk dat in die landen helemaal geen mensen wonen die positief ingesteld zijn?
Worldwide, the most routine obstacle to human happiness is poverty. To the extent that happiness surveys can be believed, they consistently show that the world’s happiest countries tend also to be among the richest.
Als je de schuld van armoede bij de armen legt omdat zij niet positief genoeg ingesteld zouden zijn, dan hoef jij als positivo niets te doen om daar verandering in te brengen. Dat kunnen alleen die mensen zelf.
Negatieve bijwerkingen
Onderzoek dat op de negatieve effecten van positivisme wijst, wordt in Amerika genegeerd. Terwijl er toch echt opmerkelijke ontdekkingen zijn die tegen overdreven positiviteit pleiten. Een voorbeeld. Optimisme leidt tot vroeger overlijden. Waarschijnlijk, zo denkt men, omdat positivisme leidt tot het nemen van grotere en meer risico’s.
Een ander negatief effect is dat je blik op de wereld steeds minder realistisch wordt. Zo adviseren de positivitieitsgoeroes om iedereen die jou minder positief stemt uit jouw omgeving te weren. De auteur stelt terecht:
Purge everyone who “brings you down,” and you risk being very lonely or, what is worse, cut off from reality.
Positief denken blokkeert kritisch denken en spreken. Want kritiek is niet positief en daarom ongewenst. Terwijl kritisch denken toch een eigenschap is van de besten en de meest succesvolle mensen. Dat wetend kan je niet ontkennen dat kritisch denken zijn positieve kanten kent. In Amerika wordt dat liever niet zo beleefd. Want kritisch denken is “inherently skeptical.” En scepsis is per definitie niet positief.
Door de overmatige aandacht in Amerika voor positiviteit hebben de Amerikanen zich het vermogen eigen gemaakt om verontrustend nieuws van zich af te zetten. Sceptici worden daardoor gemarginaliseerd. Of dat leidt tot een realistische kijk op de werkelijkheid?!
Onze biologische aard
Ehrenreich stelt dat het positief denken zelfs niet strookt met onze biologische aard. Want een van onze biologische instincten, die we delen met alle dieren is dat we continue op onze hoede zijn voor gevaar. Dat is in tegenspraak met het positief denken, want je gaat als je op je hoede bent immers van een negatieve gedachte uit. Tja, je zou nog kunnen stellen dat we juist gevaar zien in onze buitensluiting die volgt als we niet meedoen met de massa, als we dus niet positief zouden denken. Of ben ik dan negatief als ik dat stel?
Slot
Dit boek stamt uit 2010. Of je ook in dit tijdsbestek nog kan stellen dat Amerika doordrenkt is van positief denken durf ik niet te zeggen. Het doet er wat mij betreft niet zoveel toe. Ehrenreich belicht de bijwerkingen van positief denken zeer overtuigend. Ook bij ons zie ik neigingen om alles in het positieve te trekken. Dit boek waarschuwt daartegen. Voor wie daar wat alerter op wenst te zijn is dit boek een echte aanrader.
Citaten uit “Smile or Die”.