In Amerika is alles vergeven van competitie. Opvoedkundige adviseurs, managementgoeroes en opleidingsadviseurs zweren bij competitie. Het geloof in het waardevolle effect van competitie is groot, meer dan groot, en daardoor ook alomtegenwoordig. Alfie Kohn geeft in “No Contest” een tegengeluid.

In dit blog wat impressies om te “proeven” waar dat boek over gaat. Ik ga in deze bespreking niet in op de verschillen tussen ‘intergroup’- en ‘intragroup’-competitie. Of op de drie manieren om doelen te bereiken, namelijke ‘competitively’, ‘cooperatively’ en ‘independently’. Wie daar meer over wil weten …, juist, die leest het boek. Want het is absoluut de moeite waard.

In dit blog bespreek ik wel een aantal andere inzichten van de auteur. Allen gebaseerd op uitgebreid onderzoek. Eerst som ik een aantal misverstanden op.

Misverstanden

Veel mensen hebben zo hun beelden bij het nut van competitie. Kohn fileert deze “misverstanden”. Hierna enkele voorbeelden.
Veel mensen menen dat competitie inherent menselijk is. Er zijn twee manieren om te reageren op dit argument, namelijk dat dit net zo goed geldt voor samenwerken en dat competitie aangeleerd gedrag betreft.
Zo is het ook een misverstand te denken dat competitie voortkomt uit schaarste, juist samenwerking loont meer als daar sprake van is.
En het is een misverstand dat er sprake zou zijn van doelloosheid waar competitie ontbreekt.
Verder is het een misverstand dat daar beter wordt gepresteerd waar mensen elkaar moeten “verslaan” Samenwerking en alleen werken leiden tot hogere prestaties, want systemen waarbij alleen de “allerbeste” een beloning krijgt leiden zelfs tot de slechtste prestaties. Iets goed doen en een ander verslaan zijn twee heel verschillende dingen.
Tot slot in dit rijtje misverstanden: er is geen relatie tussen competitief zijn en prestaties. In samenlevingen met veel competitie bestaan duidelijke ‘have’- en ‘have-not’-groepen.

Samenwerking

Tegenover competitie staat samenwerking. Kohn gaat daar uiteraard ook op in. Samenwerking is het meest effectief als de groep niet al te groot is en wanneer sprake is van complexe problemen, zeker waar mensen van elkaar afhankelijk zijn bij het bereiken van resultaat. Samenwerking is niet gebaat bij competitie.

Superior performance not only does not require competition; it usually seems to require its absence.

Waarom is dat dan zo?

Waarom competitie samenwerking vernietigd

Uit onderzoek blijkt dat competitie leidt tot een gevoel niet zelf ‘in control’ te zijn. Samenwerking leidt daarentegen juist tot meer zelfvertrouwen en zelfwaardering. Mensen voelen zich ook meer waardevol bij samenwerking. Een win-verlies-situatie betekent voor de meeste mensen “verlies” en geeft daardoor het zelfvertrouwen en de waardering van de verliezers een knauw. Zelfwaardering is dus bij competitie conditioneel, het is de uitkomst van een wedstrijd.
Daarbij komt nog dat het winnen van een wedstrijd ook voor de winnaar geen duurzaam positief effect heeft, bij de volgende wedstrijd begin je weer van voren af aan. Samenwerking leidt juist wel en voor iedereen tot meer (zelf)waardering. Waar competitie heerst, daar ontbreekt het aan dit alles.

Competition, we might say, cannibalizes cooperation.

Competitie werkt controlerend, het leidt tot puur extrinsieke motivatie. Tot aantasting van de autonomie van individuen. En daarmee wordt de intrinsieke motivatie maar al te vaak aangetast of vernietigd.

Creativiteit

Wie in een wedstrijd zit zal datgene vermijden dat zijn winst op het spel zet. Competitie leidt tot conservatisme, tot aversie tegen risico, tot voldoen aan verwachtingen en daarmee tot minder creativiteit, inventiviteit en innovatie. Van deelnemers aan muziekwedstrijden wordt wel gezegd dat ze meer bezig zijn met het vermijden van fouten dan met het neerzetten van adembenemende prestaties.

En televisiezenders die elkaar moeten beconcurreren op de kijkcijfers, zullen elkaar eerder  gaan imiteren dan dat ze innoveren. Want innoveren betekent risico’s nemen en het nemen van risico’s staat winst op de korte termijn mogelijk in de weg.

Competitie doodt creativiteit. En:

Competition acts to extinguish the Promethean fire of rebellion.

Positieve bijvangst

Samenwerking heeft zo zijn voordelen.

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat mensen die bij een test werd verteld dat ze hadden gewonnen daarna meer aan een goed doel gaven dan degenen aan wie werd verteld dat ze hadden verloren. Maar zij die niet-competitief bezig waren geweest gaven nog meer. Hulpvaardigheid hoort per definitie niet bij competitief gedrag.
Competitie leidt ook tot wantrouwen, want wie tegen jou strijdt moet er wel op uit zijn om jou te laten falen.
Samenwerkingservaringen leiden daarentegen tot meer positieve gevoelens jegens anderen, zoals bijvoorbeeld tussen mensen met verschillende (etnische) achtergronden en tussen wel en niet gehandicapten. Waar competitie tot conformiteit leidt, daar vaart samenwerking wel bij diversiteit en de verschillende inbreng die verschillende deelnemers inbrengen.

Slot

Kort samengevat: Kohn toont ons dat samenwerking superieur is aan competitie.
Hij schoffelt daarbij allerlei misverstanden uit de weg.
Kortom: een zeer lezenswaardig boek

 

 

Citaten uit “No Contest”.

 No Contest” bij bol.com

 

Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst