Bedrijven belonen de top vaak royaal, en soms buitensporig. Topmanagers (ofwel: managers die aan de top van een organisatie staan) worden betaald voor hun prestaties. Of, dat hoor je ook nog weleens, om hen vast te houden, anders gaan ze weg (naar het buitenland). Kennelijk geldt dat aan topmanagers grote waarde wordt toegekend voor de organisatie waarbinnen zij een positie bekleden. Maar, is die waarde eigenlijk wel te bepalen?

The higher up the corporate ladder, the higher the compensation to the individual. This might be justified, as it makes plenty of sense to pay individuals according to their contributions. However, and in general (provided we exclude risk-bearing entrepreneurs), the higher up the corporate ladder, the lower, the evidence of such contribution. I call this the inverse rule.

De effectiviteit van topmanagers is dus nauwelijks aantoonbaar. En, hoe groter de organisatie, hoe moeilijker het te bewijzen is. Maar, geen probleem, goede en slechte beslissingen zijn toch niet te onderscheiden. Dus zelfs met slechte beslissingen kan je altijd nog winst maken. Of dat nou door willekeur komt of niet, maakt niet uit.

There seems to be no such thing as a foolish decision if it results in profits. "Money talks," we are often told. The rest is supposed to be philosophy. 

Zelfs het succes van (enkele) bedrijven overkomt dat succes, het succes kan terug worden gevoerd op willekeur.

There are so many companies doing all kinds of things that some of them are bound to make "the right decision."

Succes kan zomaar per ongeluk ontstaan.

Velen zullen het succes toeschrijven aan bijzondere eigenschappen van de topmanager. Dat, terwijl het oorzakelijke verband tussen het succes en de prestatie van die topmanager vrijwel niet aantoonbaar is.

Is dit nu een troost of leidt het tot een ongrijpbare treurnis over het feit dat we als managers kennelijk niets echt in de hand hebben?

Citaten uit “Fooled by randomness

Boekbespreking “Fooled by randomness”

 

Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst