In “De kracht van kwetsbaarheid” kaart Brené Brown onder andere het begrip cultuur aan. Zij acht cultuuronderzoek in organisaties van belang omdat de vragen die zij daarover stelt “licht kunnen werpen op de duisterste zaken in ons leven: gebrek aan verbondenheid, gebrek aan betrokkenheid en gebrek aan een goed gevoel van eigenwaarde”.
Brown definieert cultuur als “wie we zijn”. De vragen die Brown hanteert om een organisatiecultuur in beeld te brengen, zijn allemaal vrij praktisch van aard. De vragen geven weer wat zij belangrijk vindt om van een cultuur te weten. Wat overigens voor alle cultuurvragenlijsten geldt. Iedere maker van zo’n lijst stelt vragen over dimensies die hij van belang acht. Maar dit terzijde.
Terug naar Browns vragen. Ik laat haar zelf maar weer even aan het woord.
Cultuur, oftewel ‘de manier waarop we de dingen hier doen’, is een complex geheel. Maar ik weet uit ervaring dat we een heleboel over de cultuur en de normen en waarden van een groep, gezin of organisatie aan de weet kunnen komen door de volgende tien vragen te stellen:
- Welk gedrag wordt beloond of gestraft?
- Waaraan en hoe besteden mensen hun middelen (tijd, geld, aandacht)?
- Welke regels en normen worden nageleefd, gehandhaafd en genegeerd?
- Voelen mensen zich veilig en gesteund? Durven ze vrijuit te praten over hoe ze zich voelen en te vragen om datgene waar ze behoefte aan hebben?
- Wat zijn de heilige huisjes? Wie schopt er het eerste tegenaan? Wie zet ze weer overeind?
- Welke verhalen zijn legendarisch en welke waarden spreken eruit?
- Wat gebeurt er wanneer iemand faalt, teleurstelt of een vergissing begaat?
- Hoe wordt er tegen kwetsbaarheid (en de bijbehorende onzekerheid, risico’s en emotionele blootstelling) aan gekeken?
- In welke mate spelen schaamte en onderlinge verwijten een rol en waaruit blijkt dat?
- Is er ruimte voor ongemakkelijke gevoelens? Worden ongemakkelijke gevoelens, bijvoorbeeld bij het leren en proberen van nieuwe dingen of het geven en ontvangen van kritiek genormaliseerd, of wordt er hard aan gewerkt om ongemakkelijke gevoelens te vermijden (en zo ja, hoe)?
Door deze vragen te stellen, schrijft Brown, kunnen we het verschil inzichtelijk maken tussen wat we willen zijn en wat we werkelijk zijn. Ik begrijp haar punt. Meestal wordt ook het wensbeeld via vragen inzichtelijk gemaakt. Maar, Brown focust, zoals gezegd, op wat zij belangrijk vindt en dat is dat er ruimte is voor kwetsbaarheid. Zij wil, als ik door mijn oogharen kijk, peilen of er sprake is van veiligheid. Of, andersom gesteld, of er sprake is van een angstcultuur.
Je kan je afvragen of je daarmee een cultuur in beeld hebt, want dan spelen er ook andere aspecten en dimensies dan kwetsbaarheid. In die zin voegt het onder de noemer van cultuur brengen van haar vragen niets toe. Ze doet onderzoek naar hoeveel ruimte kwetsbaarheid krijgt in een cultuur. Niet meer, niet minder.
Gezien de thematiek van het boek, is de nadruk op veiligheid natuurlijk geen verrassing. Want hoe kan je van mensen verwachten dat zij zich kwetsbaar opstellen en dat zij empathisch gedrag gaan tonen als er geen sprake is van veiligheid? Want een veilige werkomgeving maakt mensen en organisaties sterker. Wanneer de daarbij behorende waarden te weinig aandacht krijgen of voortdurend geschaad worden, dan kan dat hele negatieve gevolgen hebben. In het algemeen: als de menselijke waarden met voeten worden getreden, dan ontstaat er een kloof tussen wat we willen zijn en wat we werkelijk zijn, ofwel: de waardekloof, zoals Brown dit noemt.
De afstand tussen onze praktijkwaarden (wat we in werkelijkheid doen, denken en voelen) en onze streefwaarden (wat we eigenlijk willen doen, denken en voelen) noem ik de ‘waardekloof’. En die kloof is de oorzaak van het gebrek aan betrokkenheid waaraan we onze medewerkers, onze cliënten, onze studenten, onze leerkrachten, onze geloofsgemeenschappen en zelfs onze eigen kinderen kwijtraken. We kunnen grote stappen zetten – we kunnen zelfs een aanloop nemen om over de steeds breder wordende waardekloof thuis, op ons werk en op school te springen –, maar op een gegeven moment wordt de kloof te breed en halen we het niet meer. Dat is de reden waarom het gebrek aan betrokkenheid het grootste is in ontmenselijkende culturen, want die creëren een waardekloof die geen mens meer kan overbruggen.
Ik vrees dat er bij veel organisaties sprake is van een grote “waardekloof” is. Hoe vaak horen we niet over overheidsorganisaties (want daar komt het vroeg of laat in de openbaarheid, bij bedrijven komt die vuile was zelden naar buiten) waar een angstcultuur heerst. Organisaties, waar niemand meer initiatieven durft te nemen, waar iedereen zijn ideeën, meningen en observaties voor zich houdt.
Citaten uit “De kracht van kwetsbaarheid”.
Boekbespreking “De kracht van kwetsbaarheid”
“De kracht van kwetsbaarheid” bij bol.com en bij managementboek.nl