Ja, de problemen waardoor het bij Tsjernobyl zo gruwelijk mis ging waren eerder bij een gelijksoortige kerncentrale in de USSR opgetreden. Ze waren bekend. Nee, de bevindingen werden niet gedeeld, zelfs niet met de mensen die voor andere reactoren met hetzelfde ontwerp verantwoordelijk waren. Want atoomenergie, dat was een paradepaardje van de Sovjet Unie. Slecht nieuws, onvolkomenheden, dat was allemaal strikt geheim. Zelfs voor mensen die het vanuit hun functie toch eigenlijk zouden moeten weten. Nee, er werd niet geleerd. Met als resultaat dat in de nacht van 26 april 1986 reactor 4 van de kerncentrale van Tsjernobyl explodeerde. De grootste nucleaire ramp in de geschiedenis.
In “Midnight in Chernobyl" doet Adam Higginbotham verslag van alles wat er aan voorafging, van de ramp zelf, van het handelen daarna en van de nasleep. Hij zet op heldere wijze uiteen wat er precies gebeurde en beschrijft nauwgezet hoe de dingen werkten in de Sovjet-Unie. Strakke hiërarchische lijnen die voortdurend gerespecteerd moesten worden, een cultuur waarin foute beslissingen keihard werden afgestraft, een cultuur daardoor ook waarin mensen blij waren als er een hoger geplaatst iemand arriveerde, want dan hoefden ze zelf geen beslissingen meer te nemen die weleens slecht voor hun carrière (of leven) uit zouden kunnen pakken. Maar ook een cultuur waarin absurde eisen werden gesteld aan mensen. Toen de generaal van de troepen voor chemische oorlogsvoering aan het bezoekende politbureaulid Yegor Ligachev melde dat er voor het ontsmetten van de 30km-zone rond de centrale wel 7 jaar nodig zou zijn, werd hem toegebeten dat hij daarvoor 7 maanden kreeg.
Wat ook niet hielp, eigenlijk was er sprake van twee hiërarchische lijnen. De overheidshiërarchie en de hiërarchie van de communistische partij, allebei met heel veel macht. En een verstikkende bureaucratie met veel regels, procedures en handboeken, die heel veel beschreven en vastlegden. Zoals zo vaak in hiërarchische organisaties werd ook in de Sovjet Unie gepoogd om alles vast te leggen in handboeken. Wat natuurlijk nooit lukt, want de werkelijkheid verrast ons steeds weer met veranderingen of situaties die niemand voorzag. Daarnaast is het vreselijk moeilijk om uitgebreide handboeken volledig consistent te krijgen en te houden. Iets wat ook bij de kernramp in Tsjernobyl speelde.
Even the regulations governing when it was necessary to tell the population that a radiation leak had taken place were contradictory, and it was unclear who had the final say in authorizing evacuation.
En daarom durfden lokale autoriteiten ook geen besluit tot evacuatie te nemen.
En omdat iedereen bang was om fouten te maken en tegen de leiding in te gaan gebeurden er nog meer gekke dingen.
Zo was er een plan om de brandende reactor te blussen door de in de centrale aanwezige pijpen te gebruiken om stikstof naar de brand te leiden. De lokale mensen wisten dat die pijpen grotendeels beschadigd waren en zelfs verdwenen zouden zijn. Bovendien zat er geen dak meer op de reactor. Stikstof dat de brandhaard zou bereiken zou zo in de atmosfeer verdwijnen. Maar ja, orders waren orders.
De falende reactor nummer 4 in Tsjernobyl was er een van het RBMK-type. Er was bekend dat bij dit type onder bepaalde omstandigheden “the descending control rods might displace water from the bottom of the core and cause a sudden spike in reactivity”. In dat geval zouden de staven tot verheviging van een reactie leiden, terwijl ze bedoeld zijn om de reactiviteit af te remmen en in noodgevallen de reactor stil te leggen. En dit is precies wat er in Tsjernobyl is gebeurd. Het probleem was bekend, het was eerder opgetreden, maar het werd vanaf toen gebagatelliseerd en er zijn geen acties ondernomen om dit inherent onveilige onderdeel van het systeem aan te passen. Ook is dit probleem niet gecommuniceerd met degenen die de lokale verantwoordelijkheid droegen voor andere centrales van het RBMK-type. De directeur van de centrale in Tsjernobyl, Brukhanov, kwam er pas achter dat dit probleem bekend was, doordat het ergens in de stapels stukken stond die in de aanklacht tegen hem waren verzameld.
Buried among the files, the director found a letter written by one of the Kurchatov Institute experts, which revealed to him the existence of the secret history of the RBMK reactor-the trail of perilous design faults that the scientists had known about all along but kept hidden from Bukhanov and his staff for sixteen years.
Uiteraard werd hij wel verantwoordelijk gehouden en veroordeeld, in misschien wel het laatste showproces dat in de Sovjet-Unie is gevoerd.
Toen de ramp had plaatsgevonden werd de schuld door de top van het Sovjetministerie van Energie nog steeds geweten aan degenen die in de centrale de knoppen bedienden. Die ‘operators’ zouden incompetent zijn geweest en het lag echt niet aan het ontwerp van de reactor.
Maar zelfs als de fout wel lag bij de plaatselijke ‘operators’, dan nog was het voorspelbaar dat het een keer goed mis moest gaan.
The Soviet nuclear industry, lacking even rudimentary safety practices, had relied upon its operators to behave with robotic precision night after night, despite constant pressure to beat deadlines and “exceed the plan” that made disregard for the letter of the regulations almost inevitable.
Het meest wonderlijke is eigenlijk dat veel organisaties nog steeds grotendeels zijn georganiseerd zoals in die goeie oude Sovjet-Unie. Centrale sturing, communicatie via de hiërarchische lijn, uitgebreide handboeken, angstculturen waarin fouten worden afgestraft, dus afwezigheid van een klimaat waarin een ieder veilig zijn mening kan geven, ze zijn er nog volop ook in ons vrije westen.
Citaten uit “Midnight in Chernobyl".