"Tribal leadership" gaat niet over leiderschap bij primitieve stammen, ook al zou je dat op basis van de titel kunnen verwachten. Nee, het gaat er meer over dat leiderschap het vermogen vraagt van leiders om zich aan te kunnen passen aan verschillende niveaus waarop organisaties of individuen zich bevinden. Het is in die zin een betoog ten faveure van situationeel leiderschap. Maar dan wel specifiek gericht op niveaus waarop een "tribe" en/of individu zich bevindt volgens de classificatie van de auteurs.
Dit alles is (uiteraard) gericht op het streven om die organisatie op een hoger niveau te brengen.
Vijf niveaus waarop een "tribe" zich kan bevinden
In dit boek wordt onderscheid gemaakt tussen vijf niveaus waarop groepen mensen (“tribes”) zich kunnen bevinden. Daarbij draait het om stemming, houding en gedrag van de tribe. Het laagste niveau is het niveau van bendeleden en dergelijke. Zij vieren de houding “life sucks”. Zij vinden daarin legitimatie voor allerlei soorten extreem gedrag. De uitoefening van dat extreme gedrag versterkt hun houding ten aanzien van het leven. Want, zij zien het immers aan de gevolgen van hun handelen: “life sucks”.
Het tweede niveau is het niveau waarop bij iemand het besef doorbreekt dat er andere mensen zijn voor wie het leven niet “sucks”, daarmee ontstaat het besef dat zijn eigen leven wel “sucks”, maar dat dit niet noodzakelijkerwijs voor iedereen geldt. Dat is een stap verder, al kan het voor de persoon zelf en diens omgeving een terugslag lijken zo stellen de auteurs. Want: energie verdwijnt, apathie slaat toe. Mensen voelen zich niet gewaardeerd. De omgeving hen als dode vogeltjes. Relaties met anderen aangaan is moeilijk op niveau 2.
Op niveau 3 hebben mensen al wel meerdere één-op-één relaties, maar ze proberen elkaar nog wel te overtroeven. Op niveau 3 is altijd een vijand nodig. Al het handelen wordt gezien als een actie tegen anderen. Alles wordt gezien als winnen versus verliezen. Wie binnen niveau 3 opereert, oftewel binnen het ik-stadium, zal geen nalatenschap achterlaten.
Niveau 4 is alleen te bereiken via een openbaring ('epiphany'). Althans, dat stellen de auteurs. Binnen niveau 4 spelen gedeelde waarden een belangrijke rol.
Binnen niveau 4 is vertrouwen een uitgangspunt, waarop niveau 3 vertrouwen eerst nog gewonnen moet worden.
Binnen niveau 5 is er geen sprake meer van wij en zij. Mensen zien zichzelf als deel van een geheel.
Mijn kijk op het boek
Er lijkt in het boek regelmatig sprake te zijn van doelredeneringen. Een gegeven wordt toe geredeneerd naar de gewenste uitkomst. In die zin komt het boek niet altijd even overtuigend over.
Aan het eind van het boek geven de auteurs hun “Story of our Research”. Dat komt sympathiek over, maar het heeft er veel van weg dat dit een poging is om legitimiteit voor hun ideeën te verwerven. Er lijkt een theorie te zijn gezocht bij een vooropgestelde hypothese of idee.
Nog zoiets...
"Tribal leadership" stelt dat iemand een “epiphany” gehad moet hebben voor hij stage 4 kan bereiken. Ik zie echter regelmatig mensen die voor stage 4 geboren lijken te zijn. Ik denk dat er iets anders aan de hand is. Als stage 4 je aangeboren is, dan is het vrijwel onmogelijk om de top van organisaties te bereiken die nog niet aan niveau 4 toe zijn. Pas als je aan de top staat (alles gedacht vanuit hiërarchische organisaties), dan kan je ook verandering brengen richting niveau 4. Het draait gewoon om macht in combinatie met het gegeven dat machthebbers die niveau 4 zelf niet hebben bereikt het bijbehorende gedrag en denken niet herkennen, laat staan waarderen.
Slot
Al met al een lezenswaardig boek. Vooral de beschrijvingen van de lagere niveaus zijn overtuigend. De auteurs geven volop handvatten hoe hiermee om te gaan.
De teksten over de hogere niveaus zijn wat minder overtuigend, helaas.
Citaten uit het besproken boek.