Eind 17de eeuw in Frankrijk waren de gilden daar zo strak georganiseerd dat alles precies was vastgelegd. Voor kleding stond vast welke materialen moesten worden gebruikt, hoeveel daarvan in bepaalde kleding moest zitten en wie aan de materialen en de kleding zelf mochten werken. Alles was dicht-geregeld.
Als iemand "foute" knopen op een kledingstuk zette, dan werd hij vervolgt. Het gevolg was dat alle initiatieven die tot innovatie en tot andere producten voor de markt konden leiden de kop in werden gedrukt.
Bernstein beschrijft in “The Birth of Plenty” hoe Frankrijk hiermee achterop raakte bij Nederland en Engeland.
When the button makers' guild discovered to its alarm that cloth buttons had supplanted its bone-based product, the contrôler called out the inspectors to fine the offending tailors and even to enter private homes so that those wearing the contraband items could be punished.
Mij doet het vooral denken aan de grondigheid waarmee sommige overheidsorganisaties in Nederland op dit moment hun manier van projectmatig werken hebben ingevuld. Alle rollen en taken zijn uitgeschreven. Er is precies vastgelegd wie wat moet doen. De handboeken worden dikker en dikker. Allemaal prima geregeld. Maar de kern is dat niets meer mag wat niet is vastgelegd, wat niet expliciet is toegestaan; dat veel is uitgesloten. Wie keurig de boeken volgt handelt niet meer uit begrip van projecten, van de inhoud waar het om draait en van projectmatig werken zelf. Nee, iedereen voert zijn voorgekookte taak uit omdat het nou eenmaal zo moet. Allemaal vanuit het vertrouwen dat als de handboeken maar worden gevolgd het vanzelf goed gaat.
Helaas: illusies.
Het bureaucratiseren van projectmanagement leidt tot inertie, tot gebrek aan creativiteit, van innovatie en van echte oplossings- en resultaatgerichtheid. Een doodlopende weg. Maar wie durft nog de onbegane paden op te zoeken?
Citaat uit “The Birth of Plenty”
“The Birth of Plenty” op bol.com
Boekbespreking “The Birth of Plenty”
Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst