Het is een bekende paradox voor velen: de projectmanagementtheorie en -praktijk gaan grotendeels uit van het verwachte, van beheersing. Projectmanagers tonen hun meeste meerwaarde daarentegen juist bij het handelen rondom het onverwachte.

 

De beste projectmanagers zijn zij die creativiteit vertonen, die flexibel zijn, die zich niet door tegenvallers uit het veld laten slaan en die kunnen improviseren. Vooral dat laatste is paradoxaal omdat improviserend werken, naast routinematig werken, een van de andere werkmethoden is naast projectmatig werken (lees: Projectmanagement algemeen). Projectmatig werken en improviserend werken zijn echt verschillend van aard.

 

En toch mag je van een goede projectmanager verwachten dat hij kan improviseren!

 

Improviseren leer je alleen door ruimte te krijgen. Ruimte in de wijze waarop je dingen aanpakt, ruimte in de zin van veel verantwoordelijkheid krijgen en een ruim mandaat.

In de praktijk zie je echter methoden opkomen waarbij allerlei verantwoordelijkheid juist wordt weggehaald bij de projectleider (bijvoorbeeld PRINCE2) en zie je de handboeken groeien die projectleiders worden geacht te volgen. Ontwikkelingen die de persoonlijke groei van projectleiders in hun vak niet echt bevorderen, vrees ik.