In “Antifragile” pleit Taleb voor het toelaten van variaties in systemen. Een citaat:
Indeed, confusing people a little bit is beneficial—it is good for you and good for them. For an application of the point in daily life, imagine someone extremely punctual and predictable who comes home at exactly six o’clock every day for fifteen years. You can use his arrival to set your watch. The fellow will cause his family anxiety if he is barely a few minutes late. Someone with a slightly more volatile—hence unpredictable—schedule, with, say, a half-hour variation, won’t do so.
Variations also act as purges. Small forest fires periodically cleanse the system of the most flammable material, so this does not have the opportunity to accumulate. Systematically preventing forest fires from taking place “to be safe” makes the big one much worse. For similar reasons, stability is not good for the economy: firms become very weak during long periods of steady prosperity devoid of setbacks, and hidden vulnerabilities accumulate silently under the surface—so delaying crises is not a very good idea. Likewise, absence of fluctuations in the market causes hidden risks to accumulate with impunity. The longer one goes without a market trauma, the worse the damage when commotion occurs.
Taleb staat in zijn zienswijze niet alleen. In “De wet van de stimulerende wanorde (A Perfect Mess)” behandelen Freedman en Abrahamson hetzelfde thema. Zij concluderen dat teveel orde en netheid een probleem is. Over-organisatie leidt tot belemmeringen, die optimaal functioneren in de weg staan.
Bureaucratieën functioneren vaak slecht omdat in een bureaucratie precies is geregeld hoe in specifieke omstandigheden moet worden omgegaan met specifieke zaken. Zolang zich zaken voordoen die passen binnen de omschrijvingen en definities uit de nauw omschreven procedures werken de zaken nog wel. Als er zich zaken voordoen die daar enigszins vanaf wijken, dan stokt het bureaucratische mechanisme.
Bureaucratieën ontstaan vanuit wantrouwen, het wantrouwen dat zaken niet consistent worden afgehandeld, dat je van wispelturigheid beticht kan worden, dat je inconsequent in je handelen bent. Zeker voor overheden is dat een doodzonde.
De bureaucratie beschrijft wat mag en hoe het moet. Is iets niet omschreven, dan wordt dat gevoeld als iets dat niet mag of niet kan. Omdat onze werkelijkheid nog altijd in complexiteit toeneemt is het onmogelijk om alle afwijkingen te voorzien. De bureaucratie laat geen variatie toe. Daardoor kan ze moeilijk met afwijkingen omgaan. Als zich iets heel afwijkends voordoet, dan reageert de bureaucratie helemaal niet meer.
Hoe complexer de werkelijkheid, hoe onverstandiger bureaucratische maatregelen zijn.
Maar, hoe complexer de werkelijkheid, hoe groter ook de behoefte om daar grip op te krijgen. Helaas leidt dat maar al te vaak en al te gemakkelijk tot regeldruk. Met een averechts effect!
Boekbespreking “De wet van de stimulerende wanorde (A Perfect Mess)”
Dit blog is eerder op mijn oude blog geplaatst