Laatst vertelde ik iemand hoe ik een managementpositie die ik eens bekleedde helemaal zat was geworden omdat je te maken had met medewerkers aan de ene kant en “hoger” management aan de andere kant die allemaal voortdurend van alles van je verwachten en omdat zelfs de stafdiensten mij niet ondersteunden, maar alleen maar acties bij mij neerlegden. Kortom je zit op zo’n plek in meerdere klemmen en de vrijheid om zelf te ondernemen is maar beperk. Degene die ik dit vertelde reageerde gelijk met een welgemeend “Nee, in het middenmanagement moet je niet willen zitten!”
Maar, dacht ik later, CEO’s komen op hun plek door de hiërarchie te beklimmen. Zij zijn niet alleen middenmanager geweest, maar hielden dat kennelijk goed vol en zij voldeden op zijn minst aan de verwachtingen van degenen die “boven” hen stonden. Zij zijn kennelijk zo bekwaam geweest als middenmanager dat hoger geplaatsten in de hiërarchie in hen potentie zagen om verder te klimmen op de hiërarchische ladder.
Dat bracht mij tot wat speculaties. Want, ervan uitgaand dat middenmanager een onmogelijke positie is, wat voor soort mensen zijn het dan die dit lang volhouden en het er ook nog (i.i.g. in de ogen van hun beoordelaars) goed van afbrengen. Vraagt dat niet om een enorme dosis berusting en conformisme? En als iemand dat aan kan, zijn dat dan wel degenen die goed zijn voor een organisatie? Zijn dat dan wel mensen die verandering kunnen brengen?
Ik heb vaak “hogere” managers gezien die bureaucratische uitwassen en ineffectiviteit niet aanpakken, negeren of soms zelfs ontkennen. Managers die zeggen dat je je aan “het spel” moet overgeven en je niet druk moet maken om die zaken, want er is prima omheen te werken.
En de organisatie moddert door …
Dit gezegd hebbende vrees ik dat er een kern van waarheid zit in mijn speculaties. Wie in het “hoger” management komt, komt daar vaak door het vermogen zich aan te passen, zich te conformeren, te berusten. Dergelijke “hogere” managers zijn niet degenen die organisaties sprankelender en flexibeler zullen maken!