Douglas Hofstadter en Emmanuel Sanders zetten in hun boek “Analogie” overtuigend uiteen hoe ons denken gevormd wordt door en plaatsvindt via analogieën. Ze besteden daarbij onder andere aandacht aan de verschillen tussen experts en beginners. En dat bracht mij op enkele gedachten die ik hier met u wil delen.
Opbouw deskundigheid
De auteurs betogen dat wij onze deskundigheid opbouwen door “categorieën te verwerven en te organiseren.”
Dankzij categorisering hebben mensen de mogelijkheid nieuwe situaties te behandelen alsof ze vertrouwd zijn en worden ze niet afhankelijk van formele perceptie van situaties. Kennis verwerven op een bepaald terrein is een kwestie van relevante categorieën opbouwen. Analoog denken is de sleutel voor het begrijpen van nieuwe situaties en voor het opbouwen van nieuwe begrippen, en dat geldt voor alle niveaus, variërend van de wankelste beginner tot de vlotste deskundige. Het verschil tussen deze twee is niet hun stijl van denken – logisch voor de deskundige en analoog voor de beginner - maar het repertoire van categorieën dat ze tot hun beschikking hebben en de manier waarop die categorieën worden georganiseerd.
De deskundige kan beter inspelen op situaties omdat zijn repertoire uitgebreider is dan dat van de beginner. Beginners herkennen wel het een en ander op basis van de categorieën waarover zij beschikken, maar ze missen cruciale kennis om er echt goed mee om te gaan.
Het is niet zo dat beginners op abnormale, paradoxale gronden ondiepe aspecten bevoordelen boven diepere en systematisch afwijzen wat echt telt, integendeel, beginners proberen zo goed mogelijk te herkennen wat belangrijk en relevant is in een nieuwe situatie, maar omdat ze de cruciale kennis ontberen, kunnen ze dat meestal niet. Daarom moeten ze genoegen nemen met ondiepe en hoogstwaarschijnlijk irrelevante aspecten. Het gevolg is dat de analogieën die ze maken met eerdere situaties, vaak eerder ondiep dan diep zullen zijn, maar dat komt alleen omdat ze de diepere analogieën niet kunnen bereiken, gezien de huidige staat van hun begrippenrepertoire.
Deskundigen beschikken over een uitgebreider begrippenapparaat. Over hoe meer ervaring ze beschikker, hoe meer categorieën ze tot hun beschikking hebben, voor hoe meer situaties ze “weten” hoe ze moeten handelen.
Deskundigen hebben categorieën die in de loop van de tijd evolueren, waardoor ze opmerkingen kunnen maken die voor beginners dubbel ondoorzichtig zijn. Ten eerste kunnen deskundigen aspecten zien die beginners ontgaan, want wat opvallend is voor deskundigen, is niet opvallend voor beginners, en ten tweede brengen deskundigen verborgen eigenschappen in verband met deze subtiele eigenschappen op oppervlakteniveau, terwijl beginners zich vrijwel zeker niet bewust zijn van die verborgen eigenschappen.
Beginnelingen en deskundigen
De auteurs spreken over beginnelingen en deskundigen. Uiteraard is dat een glijdende schaal. Iedere beginneling die een vak gaat uitoefenen wordt steeds ervarener, steeds deskundiger, steeds meer vakman.
Wat staat, is dat beginnelingen of leken doorgaans beschikken over allerlei naïeve analogieën. Deze bieden enig houvast, maar hebben zo hun beperkingen.
Naïeve analogieën zijn als skiërs die over goed geprepareerde pistes sierlijk omlaagzeilen maar in poedersneeuw compleet het spoor bijster raken. Kortom, naïeve analogieën werken in veel situaties goed, maar in andere situaties kunnen ze leiden tot absurde conclusies of compleet doodlopende wegen.
Probleem is dat beginners vaak niet beseffen dat hun analogieën slechts naïeve analogieën zijn. Dat ze deze beter niet te breed kunnen toepassen.
Voor je het weet gaan ze ernstig de fout in zoals de skiër die zijn kennis van de geprepareerde skipiste ten onrechte ook toepast op de poedersneeuw waar hij in terechtkomt.
Nu een andere kijk naar deze materie.
Organisaties en procedures
Organisaties draaien grotendeels op kennis. Een beginneling kan stomme fouten maken die veel geld kunnen kosten. Dat willen organisaties voorkomen. Om dit te voorkomen wordt veel geëvalueerd en wordt het juiste handelen gevat in procedures, protocollen en regels. Met die procedures probeert men een kwalitatieve ondergrens te borgen. De hoop en verwachting is dat je daarmee “de kwaliteit” borgt. Vaak lukt dat niet of op zijn minst niet helemaal.
Bekijken we dit nu vanuit het gedachtegoed van Hofstadter en Sanders dan kom ik tot enkele gedachten.
Door beginners te “dwingen” procedures te volgen, wordt hen een leerproces onthouden, waardoor zij hun “categorieën” niet uit kunnen breiden.
De beginneling ziet bovendien waarschijnlijk alleen “het oppervlak”. De beginneling doorziet de onderliggende diepten niet en kan daardoor niet adequaat omgaan met wat hem gegeven wordt, zoals de procedures.
Tot slot worden procedures doorgaans op- en bijgesteld door stafmedewerkers die zelf geen ervaring hebben in het betreffende vakgebied. Zij missen de “categorieën” om tot diepte te komen. Zij zien de resultaten van evaluaties, soms vervat in “lessons learned”, zij veralgemeniseren die resultaten en vatten de aanbevelingen in nieuwe of aangepaste procedures. Maar, de resulterende procedures zijn niet meer dan “naïeve analogieën”. En, wat weten we van naïeve analogieën? Wij weten dat zij weliswaar enige bruikbaarheid kennen, maar dat ze al gauw onbruikbaar zijn, of zelfs contraproductief, wanneer de omstandigheden een ietsepietsie veranderen (denk aan stuifsneeuw een geprepareerde piste).
Gevolgen
Als de beginneling de bedoelingen van de procedures niet doorziet en als die procedures in beginsel niet veel meer zijn dan naïeve analogieën, dan hoeft het niet te verbazen dat het volgen van die procedures en het auditen daarop slechts zeer beperkt het gewenste effect hebben en maar al te vaak tot ongewenste effecten leiden.
Weer een reden om ons niet teveel blind te staren op het bereiken van bepaalde effecten door de handelingen die daartoe in een enkel geval zouden kunnen leiden generiek voor te schrijven voor allerlei situaties die er wel iets van weg hebben.
Want procedures zijn soms nodig en nuttig. Met de nadruk op “soms”. In veel gevallen schieten ze hun doel totaal voorbij. Dergelijke procedures kunnen maar beter direct geschrapt worden.
Citaten uit “Analogie”.