“Na de agrarische revolutie werden menselijke samenlevingen steeds groter en complexer, terwijl de imaginaire constructies waarop de sociale orde steunde steeds doorwrochter werden. Mythen en fictie leerden mensen bijna van geboorte af aan dat ze op een bepaalde manier moesten denken, zich moesten gedragen volgens bepaalde normen, bepaalde dingen moesten willen en bepaalde regels moesten naleven. Zo werden kunstmatige instincten gecreëerd, waardoor miljoenen vreemden effectief met elkaar konden samenwerken. Zo’n netwerk van kunstmatige instincten heet ‘cultuur’.”
In onze eigen tijd hebben mensen die erg hechten aan hun eigen ideeën, waarden en cultuur het moeilijk. In een moderne samenleving is weliswaar op een hoog abstract niveau sprake van enige vorm van gelijke waarden (al deelt niet iedereen die). Maar, tegelijkertijd bestaan er allerlei netwerken op basis van religie, etnische achtergrond, politieke voorkeur, enzovoorts waardoor er sprake is van veel subculturen die onderling (minimaal deels) strijdig zijn en daardoor spanningen oproepen. Door de enorme mogelijkheden die we hebben om informatie te consumeren moeten we keuzes maken. Dan maken we al gauw keuzes voor kanalen en informatie die bij onze eigen subcultuur horen. Daarmee ontstaan de informatiebubbels die zichzelf bevestigen en andere ideeën en waarden uitsluiten. Het is moeilijk om vanuit zo’n bubbel te aanvaarden dat er anderen zijn die in dezelfde samenleving functioneren met afwijkende ideeën.
Onze eigentijdse organisaties zijn ook subculturen. Ook die organisaties vormen bubbels. Een sterke organisatiecultuur kan het functioneren van een organisatie bevorderen, maar zorgt dus ook voor een sterke bubbel. Vanuit zo’n sterke bubbel is het moeilijk waarnemen en waarderen wat er in andere organisaties (= subculturen) gebeurt.
Een sterke organisatiecultuur is niet bevorderlijk voor het aanpassingsvermogen van een organisatie aan veranderende omstandigheden. In je eigen organisatiecultuur, je eigen subcultuur, je eigen bubbel is het prettig opereren. Wat prettig is, daar wil je aan vasthouden. En dat blokkeert aanpassing door verandering.
Citaat uit “Sapiens” van Yuval Noah Harari