“Nou gefeliciteerd hoor! U heeft het ISO-certificaat gehaald. Ik moet eerlijk zeggen, het heeft ons wel wat nadenken gekost om de kwaliteit van uw toneelstuk meetbaar te maken. Maar… het is ons gelukt. Dit zal u zeker helpen om in de toekomst de kwaliteit van de opvoering te borgen en te verbeteren! Wilt u de uitslagen per onderdeel ook horen?”
“Nou, graag.”
“Daar komen ze:
Tijd. Dat ging net goed. Het stuk duurde 4 minuten langer dan gepland, maar dat viel net binnen de tijdslimiet van 5%.
Tekstvastheid. De acteurs weken 7 keer iets van de tekst af. Dat is binnen de marge. U kunt hier overigens een verbeterslag maken door vooral Jan aan te spreken op het correct hanteren van de teksten.
Verstaanbaarheid. Dat was goed. Alle acteurs waren achterin de zaal verstaanbaar. En: de souffleur werd voorin de zaal niet gehoord.
De klanttevredenheid. Ja, dat was net voldoende. Maar ja, de feedback was vooral dat mensen het stuk saai vonden en zwak geacteerd. Daar zou ik maar niet te zwaar aan tillen, want dat is zo subjectief!”
Nou, gelukkig zijn we nog niet zo ver doorgeschoten dat we toneelstukken certificeren en ons druk maken om meetbare scores daarover?
En toch?
Maar... zijn de activiteiten die we in organisaties aan certificering onderwerpen dan geen ‘real life’-toneelstukken? En, is het niet net zo onmogelijk om daarbij de echte kwaliteit te bepalen en om deze te borgen via “meetbare” zaken? Ik vrees meestal van wel helaas!
En dat maakt ISO-certificaten in veel gevallen tamelijk betekenisloos, ben ik bang.
Lees meer over ISO-certificering op deze site door deze link aan te klikken.