|
Home Aanbevolen:
| ManagementOverheid en koning klantEen klant is iemand die een product of dienst afneemt (of kan afnemen) bij een ander die daarvoor betaald krijgt, waarbij die afnemer, bij voorkeur, een vrije keus heeft. Er zijn veel producten en diensten waarvoor een klant aangewezen is op één leverancier. Denk hierbij bijvoorbeeld aan leveranciers, zoals nutsbedrijven en andere semi-overheidproducten. Zo´n leverancier noemen wij een monopolist. De leverancier heeft een volledig monopolie binnen zijn markt[i]. Monopolisten kunnen zich arrogant ten
overstaan van hun klanten gedragen. Die klanten kunnen immers niet om hen heen.
Ze komen toch wel. De laatste decennia is hierin wel een kentering gaande. Soms
door noodzaak gedreven. Bijvoorbeeld omdat een markt wordt opengegooid, zoals
dat bij de energiemarkt is gebeurd. Vaker vanuit het besef dat klanttevredenheid
ook een waarde is die moet worden nagestreefd. Zeker voor de overheid geldt dat
ze daar steeds meer wordt beoordeeld. Echte klantenDe overheid kent duidelijke klanten, zoals afnemers van paspoorten of rijbewijzen. Binnen de overheid bestaan ook profit centers die met de markt concurreren. Dit soort profit centers is niet het soort overheid waar het in dit artikel over gaat. Profit centers binnen de overheid zijn bedrijven, grotendeels net als particuliere bedrijven en daarom verder geen onderwerp van dit artikel. Andere “klanten”Waar het in dit artikel vooral over gaat zijn de mensen die bij een overheidsloket aankloppen voor andere zaken. Mensen die niet zo zeer een concreet product of dienst afnemen en daarvoor betalen, maar mensen die om andere redenen bij de overheid aankloppen. Een onderscheid is te maken naar de volgende categorieën:
1. Insprekers Insprekers nemen geen product af en betalen
ook niets. We kunnen daarover kort zijn. De mening van iedere burger moet
serieus worden genomen. Er moet beargumenteerd mee worden omgegaan. Overheden
moeten hierbij op hun tellen passen. Iedere inspreker verkondigd zijn eigen
mening. Dat is zelfs vaak zo wanneer die insprekers zelf stellen dat zij anderen
vertegenwoordigen. Gezwicht reageren op één inspreker of klager is
onverstandig. Overheden moeten altijd de mening van die ene inspreker wegen
tegenover het algemeen belang en liefst ook andere (potentiële) betrokkenen
horen. Voor iedere mening is een tegenmening aanwezig. 2. Overtreders en belastingbetalers Ook over de tweede categorie kunnen wij kort zijn. Iemand die een fout heeft gemaakt moet deze herstellen en/of ervoor boeten en iedereen moet belasting betalen of hij wil of niet. De overheid moet iedereen met respect en fatsoen tegemoet treden (en mag dat ook terug verwachten!). Daarmee hoeft dat nog geen klantgerichtheid te heten. Een overtreder is geen klant van de overheid, een belastingbetaler ook niet. Hij voldoet niet aan de gegeven definitie van “klant”. Hij neemt zelfs een dienst of product af. 3. Afnemers van goedkeuringen Afnemers van vergunningen moeten leges
betalen voor de gevraagde dienst. Er wordt dus een dienst afgenomen. Ook hier
geldt dat de afnemer met respect en fatsoen moet worden behandeld. Daarnaast mag
de afnemer een eerlijke faire afhandeling van zijn aanvraag verwachten met bij
afwijzing een beargumenteerde motivatie. 4. Afnemers van subsidies en uitkeringen Mensen die subsidies of uitkeringen van
overheden ontvangen vormen een bijzondere categorie. Gesteld kan nog worden dat
zij een product of dienst afnemen. Hierbij kan al betoogd worden dat op zijn
minst sprake is van een vorm van taalvervuiling. Deze burgers betalen niets,
maar ontvangen juist geld. De financiers hierachter zijn uiteindelijk altijd
andere burgers (of bedrijven), namelijk de belastingbetalers. Klantgericht behandelen Ik ben ervan overtuigd dat het begrip klant, samen met de van medewerkers gevraagde klantgerichtheid tot een benadering van de burger leidt die daarbij past. Bij sommige taken van de overheid, met name die waarbij van handhaving sprake is, past die houding juist niet. De burger wordt dan tegemoet getreden op een te vriendelijke manier, terwijl van de overheid juist mag worden verwacht dat zij daar helder, kordaat en ferm optreedt. Bij dat laatste hoort geen klantgerichte houding. Die werkt contraproductief. 2 mei 2004, Réhtimnon-Platanes
Andere beschouwingen over de overheid op deze website: De overheid, een
merkwaardig fenomeen! Overheid,
leiderschap & bureaucratie Homogene en
gediversifieerde organisaties en de plaats van de overheid De onmogelijke
positie van de politieke leider Meervoudig
kijken…, en een zaal vol vooroordelen Ambtenaren en de
regels [i] Ook sommige private partijen zijn geheel of vrijwel geheel monopolist. Op dit moment geldt dat bijvoorbeeld voor Microsoft als leverancier van kantoorautomatiseringsoftware. In het algemeen vertonen private partijen een neiging zich tot monopolist om te vormen. Het streven naar vergroting van marktaandeel, omzet en winst leidt hen van nature in die richting. Lees hierover: Markensteijn, P.H., Organisaties en hun ontwikkelingsstadium vergeleken met de civilisatietheorie van Norbert Elias, www.markensteijn.com/civilisatie.htm, 2003 [ii] Sterker nog: notoire insprekers kosten overheden vaak veel inspanningen en geld zonder dat hier voor de gemeenschap meerwaarde tegenover staat. |
dat kan via: Peter
blogt ook of via: of: Leiderschap Projectmanagementsite Index Bouwen
|
Copyright © 2001- 2015 Peter Markensteijn. Alle
rechten voorbehouden/All rights reserved. |