Soms zetten teksten die je leest je aan het denken. Soms lees je kort na elkaar dingen die je associatief met elkaar verbindt. Soms zetten teksten die helemaal niet met werken of management te maken hebben je toch aan het denken daarover. Ook weer omdat je ze daarmee verbindt.
In het laatste deel van Karl Ove Knausgårds “Mijn Strijd” las ik over het verdwijnen van spontaniteit en het creëren van controle door overal voorzorgsmaatregelen tegen te treffen en door “herhaling” te creëren.
‘Dus we structureren onze sociale omgeving’, zei hij terwijl hij de koelkast opentrok. Ik ging zitten, hij gaf me een biertje. ‘We ontwerpen onze fysieke omgeving tot in detail. Ons bewustzijn is op alle gebied verscherpt. We weten wie een vork heeft ontworpen. We elimineren alle gevaren en treffen overal voorzorgsmaatregelen tegen. Wat verdwijnt is de spontaniteit. Waarom willen we dat de spontaniteit verdwijnt? Wat bereiken we daarmee? Spontaniteit is onoverzichtelijk, het kan niet herhaald worden en herhaling is de sleutel tot controle. Dat is het.’
Dit is iets wat je overal in werkomgevingen waarneemt. Met ISO-certificering, procedures, voorschriften en formats wordt een maximale herhaling gecreëerd. Het achterliggende geloof daarbij is dat als je al die zaken maar iedere keer toepast, dingen vanzelf wel goed moeten en zullen gaan. Maar, het is dodelijk voor spontaniteit. Maar ook voor maatwerk. Specifieke situaties vragen om specifieke benaderingen en oplossingen. Hoe meer je vastlegt en voorschrijft hoe moeilijker het wordt om maatwerk te leveren.
Maar ook, hoe minder je jouw eigenheid in het werk kwijt kunt, hoe minder je jouw expertise kan inzetten en hoe minder je jouw creativiteit kwijt kan in het werk.
Daarnaast herkennen we ook het nemen van allerlei voorzorgmaatregelen. De spontaniteit wordt beperkt door overmatig veel nadruk te leggen op risico’s en op de beheersmaatregelen die genomen moeten worden om te voorkomen dat die risico’s zich voordoen of om de gevolgen van het voordoen van risico’s te beperken.
Na “Mijn strijd” las ik “Contrapunt” van Anna Enquist. Enquist suggereert daarin dat saaiheid ook positieve kanten kent. Het verdwijnen van spontaniteit leidt tot saaiheid. En dat zou zo zijn positieve kanten hebben. Je weet waar je aan toe bent “en soms had je dat hard nodig.”
Het was zo saai dat ze tijdens het spelen volop aan andere dingen denken kon. Aan het begrip saaiheid bijvoorbeeld, nut en noodzaak daarvan. Saai had ontegenzeggelijk iets prettigs, het bood houvast en behoedde voor verwarring. Dankzij saaiheid konden dingen verrassend zijn, denk maar aan die ene, plotselinge scheur in het wolkendek tijdens een volstrekt grijze dag. In een saaie wereld wist je waar je aan toe was, en soms had je dat hard nodig.
Mensen konden ook een besef van saaiheid hebben om niet opgewonden te hoeven raken en vreemde, gevaarlijke dingen te gaan doen. Zou er een leeftijd voor saaiheid zijn?
Eerder schreef ik al eens dat handboeken, en formats vooral junioren moeten helpen en houvast moeten bieden, terwijl ze aan de senioren, de experts, ruimte moeten bieden om hun vakmanschap in te kunnen voelen.
De notie over saaiheid die Enquist geeft deed mij realiseren dat saaiheid ook een kwaliteit kan zijn voor veel mensen. Ook voor hen, ook al zijn ze intussen senior, kunnen die handboeken waardevol zijn, bedacht ik.
Tegelijkertijd blijf ik wel roepen dat die handboeken de vrijheid en het vakmanschap niet mogen remmen van hen die niet zo dol zijn op saaiheid en die wel houden van wat spontaniteit en creativiteit.
Citaat Karl Ove Knausgård uit “Mijn Strijd 6, Vrouw”.
“Mijn Strijd 6. Vrouw” bij bol.com
Citaten Anna Enquist uit “Contrapunt”.
Lees ook:
Risicogestuurd projectmanagement?
Waarom spreken over risicogestuurd projectmanagement eigenlijk onzin is.
http://www.markensteijn.com/index.php/weblog/596-risicogestuurd-projectmanagement
Hogere gemiddelde kwaliteit?
https://www.markensteijn.com/index.php/weblog/434-hogere-gemiddelde-kwaliteit